Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Arianen

betekenis & definitie

heetten de aanhangers van den presbyter Arius te Alexandrie, die leerde ; dat de Zoon, door den goddelijken wil uit niets geschapen, eerste schepsel en wereldschepper was, derhalve ook God genoemd worden kon, doch dat men hem niet anders kon denken dan als afhankelijk van den Vader. De leuzen der partijen werden hoofdzakelijk wezenseenheid (homoüsie) en wezens-gelijkheid (hornceüsie).

Het concilie van Nicea 325 verklaarde zich, inzonderheid door den invloed van Athanasius, voor de wezens-eenheid van den Zoon met den Vader. De besluiten dezer eerste algemeene kerkvergadering werden door de tweede te Constantinopel 381 bevestigd. Doordien de keizers of deze of genemeening voorstonden, hadden de beide partijen afwisselende lotgevallen, totdat Theodosius zich voor het nicenische geloof verklaarde. Met de 5e eeuw verdwijnen de A. uit het romeinsche rijk, nadat ze zich reeds lang in verschillende partijen gesplitst hadden; de Semi-arianen (een dier partijen) zochten het geloof der Kerk met hunne begrippen te vereenigen, terwijl de Eunomianen (eene andere partij) alle godheid in het wezen van Christus loochenden. Het Arianismus vond nieuwen grond bij de Germanen, die omstreeks dezen tijd tot het Christendom bekeerd werden; zoo de Westgothen, Oostgothen, Bourgondiërs, Longobarden, doch die zich langzamerhand alle aan het Roomsch-catholicismus aansloten.