maarschalk van Frankrijk, geb. 4 Oct. 1802 tc Muret (dept. Haute-Garonne), trad 1825 ais tweede-luitenant in dienst, diende van Dec. 1836 lot 1839 in Algerië, waar hij 13 Oct. 1837, als officier der genie, de storm-colonne tegen Constantine aanvoerdc, en werd vervolgens aangesteld bij de versterkingswerkcn van Parijs.
In 1849 nam hij als chef van den generalen staf deel aan de expeditie tegen Rome, werd 1850 chef der afdeeling Genie bij het ministerie van oorlog te Parijs, en 1853 divisie-generaal. In den Russisch-oosterschen oorlog was N. eerst kommandant van het korps der genie bij de Oostzee-expeditie, ging Jan. 1855 naar de Krim, om de belegeringswerken voor Sebaslopol op te nemen, werd April 1855 opperbevelhebber over het geheele wapen der genie bij de fransche belegerings-armee, en droeg als zoodanig veel bij tot don eindelijken val van Sebastopol. Sedert 1857 senaleur, ging hij als kommandant van hetlearmeekorps 1859 naar Italië, onderscheidde zich daar hij Magenta en vooral bij Solferino, waarvoor hij 25 Juni 1859 tot maarschalk verheven werd.