Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Adolph frederic van cambridge

betekenis & definitie

(hertog) graaf van Tipperary, baron van Culloden, britsch veldmaarschalk, geb.25 Febr. 1774 te Londen,jongste zoon van koning George III, werd 24 Oct. 1816 als stadhonder-generaal naar Hanover gezonden,en 1831, bij de göttinger onlusten, tot onderkoning benoemd; toen echter zijn broeder, koning Willem van GrootBritanniê, stierf, en de hertog van Cumberland (Ernst August) den hanoverschen troon beklom, legde C. zijne waardigheid neder, en keerde naar Engeland terug, waar hij 8 Julij 1850 stierf.

< >