Gepubliceerd op 14-06-2022

Kraakbeen

betekenis & definitie

Cartilago, een vaste veerkrachtige, melkwitte of geelachtige zelfstandigheid van het dierlijk organisme, die harder is dan de pees- en spiersubstantie, doch weeker dan het been, en in sommige deelen van het lichaam het been vervangt of aanvult (oor, neus, oogleden, luchtpijp, strottenhoofd, borstkas enz.), en verder de gewrichtsvlakten der beenderen bekleedt. De aanleg van het geraamte bij de vrucht is eveneens K., dat later door het z.g. verbeeningsproces in been verandert.

Naar den bouw (structuur) van het K. onderscheidt men waar of hyaline-K., en vezel-K.; het ware K. bezit een glasachtig doorschijnende, schijnbaar homogene, het vezel-K. een vezelachtige, op bindweefsel gelijkende grond- of intercellulair-zelfstandigheid, waarin de kraakbeencellen verstrooid liggen. Waar K. vindt men b.v. in de luchtpijp, den neus, de gewrichtsvlakten; vezel-K. in oorschelp, oogleden, strotteklepje, enz. Het K. bezit noch bloedvaten, noch zenuwen, (is dus gevoelloos); het is bekleed met een vast vlies, het K.-vlies (Perichondrium), dat de benoodigde voedingsstoffen aanvoert. Op hoogeren ouderdom en bij sommige voedingsstoornissen heeft het K. een groote neiging tot verkalken en verbeenen, wat in sommige organen (borstkas, wervelkolom) stoornissen kan veroorzaken.