Gepubliceerd op 14-06-2022

Heilgymnastiek

betekenis & definitie

Een germanisme. Beter zou het zijn van geneeskundige gymnastiek te spreken.

De uitwerking van gymnastische oefeningen is deels plaatselijk, deels algemeen. Plaatselijk worden de geoefende spieren versterkt, en invloed uitgeoefend op de beenderen; deze worden sterker en vaster, eventueel de door hen omsloten holten wijder. Voor de waardeering der algemeene werking zijn de volgende punten van belang: a. door de samentrekkingen der spieren wordt een druk op de tusschen hen loopende bloed- en lymphevaten uitgeoefend en zoo de bloeds- en lymphe-omloop bevorderd. Voornamelijk op den bloedstroom, die naar het hart gericht is, is deze drukwerking van invloed;

b. door de spierbeweging neemt de lichaamswarmte toe; het vet verbrandt meer volkomen (vandaar het voorschrift van veel spierarbeid bij de meeste ontvettingskuren);

c. de werkzaamheid van willekeurige spierzenuwen wordt in de zenuwcentra aan de zenuwen van onwillekeurige spieren medegedeeld en zoo ontstaan medebewegingen in de vegetatieve organen, zooals in het hart, de ademhalings- en spijsverteringsapparaten, waardoor de werkzaamheid dier organen (de bloedsomloop, het ademen, de spijsvertering) bevorderd wordt;

d. spierarbeid bevordert de werkzaamheid der huid (verhoogde zweetafscheiding);

e. door de wilsuiting der hersenen op bepaalde zenuwen en spieren te richten, worden andere functie’s der hersenen (verstands- of gemoedsverrichtingen) tot een zekere hoogte uitgeschakeld en de voor die processen bestemde hersendeelen ontlast. Toch mag niet over het hoofd gezien worden, wat b.v. in scholen wel eens geschiedt, dat bij turnen de hersenen volstrekt niet geheel rusten;

ƒ. door intredende vermoeienis wordt de slaap bevorderd ;

g. door de verhoogde spierwerkzaamheid en vermeerderde uitscheiding van zweet en urine worden honger en dorst opgewekt. Na de beweging heeft de verwijdering van de verbruikte stoffen en het vernieuwen van de vermoeide organen plaats.

Het gebied der H. is zeer uitgebreid. Het eerst is de geneeskundige gymnastiek toegepast op ziekten, wier oorzaak gezocht moest worden in ongenoegzame lichaamsbeweging. Weldra is toen bevonden, dat zij ook met vrucht kan worden toegepast bij allerlei andere ziektetoestanden. Sommigen hebben haar zelfs, natuurlijk ten onrechte, beschouwd en aangeprezen als een universeel geneesmiddel. Zoo ontstond de nieuwere geneeskundige gymnastiek. Iedere sport kan aan voorkoming of genezing van ziektetoestanden dienstbaar worden gemaakt: turnen, zwemmen, bergbeklimmen, rijden, loopen.

De eigenlijke H. heeft twee hoofdvormen: de Duitsche methode, een combinatie van door eigen (actieve) werkzaamheid uitgevoerde practische bewegingen, steeds en overal zonder hulpmiddelen uitvoerbaar (daarom ook wel geneeskundige kamergymnastiek geheeten), en de Zweedsche methode, welke een omvangrijk program heeft en behalve geneeskundige leiding en hulp van anderen, ook bepaalde inrichtingen en allerlei toestellen (medicomechanische apparaten) vereischt. Laatstgenoemde methode is door den Zweedschen arts Zander veel verbeterd en tot groote volkomenheid gebracht en de instituten welke zijn ingericht met de door hem geconstrueerde apparaten, worden Zander-instituten

150 HEILGYMNASTIEK.

genoemd (zie aldaar). De meest gebruikelijke bewegingen der geneeskundige kamergymnastiek zijn: hoofdrolling en hoofdwending, voor het in werking brengen van de hals- en nekspieren bij stijfheid der hals- en hoofdgeleding, bij gedeeltelijke verlamming der hals- en nekspieren, bij nerveuse duizeligheid enz.; schouderophaling, vooral aan te bevelen bij de lichtste graden van verlamming der schouderspieren; vliegende armrolling, waardoor de schouder- en de rondom de borstkas gelegen spieren naar alle richtingen in beweging komen, het schoudergewricht vrijer wordt, de ademhalingsspieren versterkt worden en de borstholte mechanisch wordt uitgezet; een verzachte vorm dezer beweging is de korte armrolling, die meer herhalingen mogelijk maakt; zijdelingsche armheffing boven het hoofd, dienstig om de ademhalingsverrichtingen te bevorderen en een zeer geschikte beweging bij asthma, vergroeiing van het borstvlies na ontstekingen en tegen verlamming der opheffende arm- en zijdelingsche nekspieren; gevleugelde armterugtrekking, waarbij men de handen in de zijden zet en de ellebogen achterwaarts tot elkander doet naderen op het oogenblik der inademing; in vereeniging met de lendendrukkende armstrekking, waarbij de op den rug gekruiste handen zoo ver mogelijk naar beneden worden gebracht, wordt deze beweging, die ten doel heeft de schouders krachtig naar achter te strekken en de borst ruim uit te zetten, toegepast tot verbetering van de ademhaling bij uitpuiling der schouderbladen en slapte der achterste schouderspieren, verder bij asthma; eenzijdig diepademen (bij eenzijdige verlamming der ademhalingsspieren) door druk met den duim in de okselholte aan de werkzame borstzijde en buiging van den arm aan de andere zijde over het hoofd heen, zoodat op de goede zijde een belemmerende drukking wordt uitgeoefend en tegelijkertijd de zieke helft gedwongen wordt tot krachtiger inspanning; duwende armbeweging naar voor, achter, boven en beneden, tot versterking van het lichaam in het algemeen en van de armspieren in het bijzonder, tot vrijmaking van het elleboogsgewricht, bevordering der ademhaling; enz.; tegen elkander en van elkander slaan der armen, waardoor een afwisselend overwicht wordt gegeven aan de werking der voorste borst- en achterste schouderspieren en de ademhaling dus bevorderd wordt; borende en kronkelende armdraaiing, waardoor alle spieren der armen en handen in beweging kom''i en versterkt worden, hetgeen nuttig is bij stijfheid dier spieren of van de gewrichten; armrolling met een stok, het krachtigste middel tot vrijmaking van het schoudergewricht en verder van groot nut voor de verbetering van het ademhalingsproces; de beweging bestaat hierin, dat een stok, met de handen aan beide einden omvat, over het hoofd heen op den rug wordt gebracht en omgekeerd; armslingeren en allerlei andere bewegingen, als maaiende, klovende, zagende beweging ter bevordering van den algemeenen bloedsomloop, opwekking van warmte, verdrijving van lusteloosheid, enz.; handenwrijving, een aanvullende versterkende beweging, ook dienstig voor afleiding van volbloedigheid en nerveuse prikkelbaarheid van het hoofd; rompbuiging, voor- en achterover en overdwars, bij tragen stoelgang, pijnlijkheid of verlamming der onderste rugspieren en ter bevordering van de bloedcirculatie in de buikorganen; rompkeering, romprolling en rompverheffing, bewegingen ter bevordering van de verrichtingen der buikorganen en ter versterking van de buik- en heupspieren; zijwaartsche beenrolling, zijdelingsche beenheffing, borende beendraaiing, beenstrekking in allerlei richtingen; knieophaling, kniebuiging, draaibeweging op één punt, beenslingeren, trappenklimmen, stappen over een stok enz.; de rugwenleling, waarbij men, op den vloer liggende, van de rechterzijde op de linker wentelt en omgekeerd, en die hoofdzakelijk een rhythmische verandering van ligging der buikingewanden ten doel heeft, ter verkrijging van een doelmatige verdeeling van het bloed in bepaalde gevallen, inzonderheid bij bloedophooping in de buikstreek vóór het uitbreken van de menstruatie, ophooping van gassen in het darmkanaal, windkoliek, enz. Bij al deze en dergelijke bewegingen voor geneeskundige doeleinden, dient evenwel altijd in het oog gehouden, dat zij zonder oordeelkundige toepassing in verband met lichaamsgestel en gezondheidstoestand, van weinig nut zijn, en ook niet beschouwd mogen worden als onvoorwaardelijk afdoende geneesmiddelen.

De nadeelen, welke gymnastische bewegingen kunnen teweeg brengen, als zij ondoelmatig en zonder deskundige leiding worden uitgevoerd, zijn:

1. overmatige vermoeidheid, zelfs verlammingsachtige toestanden tengevolge van overspanning;
2. overmatige voeding der bewegingsapparaten, ten koste van voeding van andere organen;
3 vergrooting van het hart, met hartkloppingen, enz., ten gevolge van te hooge eischen aan het „hart gesteld; 4. uitzetting der longen met benauwdheid door ondoelmatige borstoefeningen;
5. misvorming van het lichaam, indien slechts eenige en niet alle spiergroepen ervan geoefend worden. Smeden met hun herculische armen en dikwijls dunne beenen, en dikbeenige doch smalborstige danseressen kunnen hiervoor als bewijs bijgebracht worden.