Brachium, de bovenste ledematen. De rechterarm, die het meest gebruikt wordt, is meestal sterker ontwikkeld dan de linker, en ook krachtiger.
De arm bestaat uit den schouder, den bovenarm, den onderarm en de hand, en is met den romp verbonden door krachtige spieren en door den schoudergordel. Deze laatste wordt gevormd door het schouderblad (Scapula) en het sleutelbeen (Clavicula). De bovenarm bevat één enkel been, het opperarmbeen (humerus), welks gewrichtshoofd opgenomen wordt door de gewrichtskom van het schouderblad. Dit schoudergewricht is een z.g. kogelgewricht, waarin bewegingen om 3 assen mogelijk zijn. Het opperarmbeen vormt met de beide beenderen van den onderarm, het spaakbeen (radius) en de ellepijp (ulna), een scharniergewricht, het ellebooggewricht. Een draaigewricht. tusschen spaakbeen en ellepijp stelt het spaakbeen in staat zich in een kring om de ellepijp te bewegen, waardoor de draaibewegingen der hand mogelijk zijn.
Aan dit beenderensysteem sluiten zich benedenwaarts aan de beenderen van den handwortel (carpus), aan deze die van de middelhand (metacarpus), en daaraan ten slotte de vingerkootjes (phalangen). De spieren van den arm onderscheidt men naar de ligging in die van den schouder, van den bovenarm, van den onderarm en van de hand. De toevoer van bloed naar den arm heeft plaats door de onder-sleutelbeenslagader welke in de borstholte uit den boog der aorta haar oorsprong neemt, en zich door den oksel (okselslagader) langs de binnenzijde van den opperarm (armslagader) naar den onderarm begeeft, waar zij zich splitst in spaakbeen- en ellepijps-slagader, die zich beide uitstrekken tot in de hand; de eerste is even onder den duim, aan de buigzijde van den onderarm voelbaar; dit is de plaats waar de pols gewoonlijk wordt waargenomen (polsslagader).
• Verlamming van den arm kan uitgaan van de hersenen, van het ruggemerg, van de zenuwen of van de spieren van den arm. Een verlamde arm hangt slap naast het lichaam, meestal geheel of gedeeltelijk gevoelloos en koud, de spieren vermageren in vele gevallen en aan de huid en nagels treden voedingsstoornissen op. Menigvuldiger komt gedeeltelijke verlamming voor. Behandeling met electrischen stroom, baden, massage, enz. Zie ook Verlamming.
