Gepubliceerd op 14-06-2022

Ademhalings-gymnastiek

betekenis & definitie

Krachtige, diepe ademhaling, waarbij de longen in hun geheel in werking komen, bevordert de gezondheid in hooge mate, en kan in geval van ziekte bijdragen tot spoedige genezing. Bij vele menschen, vooral hen, die een zittend leven leiden, en bij allen, die niet veel beweging in de open lucht kunnen nemen, wordt een groot deel van de millioenen longblaasjes nimmer met lucht gevuld.

Dit heeft een nadeeligen invloed op den toevoer van zuurstof en op de opneming daarvan in het bloed; door de zwakke ademhaling zet de borstkas zich onvoldoende uit, het aderlijk bloed wordt niet opgezogen. De long- of ademhalings-gymnastiek is daarom voor iedereen van groot belang.Zij bestaat in verschillende oefeningen, die elk een bepaald doel beoogen. Men kan ze verdeelen als volgt: A. Oefeningen ter versterking der spieren van borst, armen, schouders en rug; hierbij verruimt zich de borstkas, het uitzettingsvermogen der longen wordt grooter en de ademhaling wordt ongemerkt dieper; B. willekeurige ademhalings-bewegingen, welke nog kunnen worden onderscheiden in actief en passief (zie Heilgymnastiek) uitgevoerde bewegingen. De actieve oefeningen worden staande verricht; de bovenarm licht tegen de borstkas gedrukt, de benedenarm naar voren gestrekt, de handen tot vuisten gebald, de borst flink naar voren gewelfd; dan diep in en uit ademen; nu en dan zeer diep ademhalen en dan den adem lang inhouden, en na diepe uitademing zoo lang mogelijk wachten met inademen; langzaam en gelijkmatig uitademen. Verder zijn er oefeningen, welke beoogen op bepaalde gedeelten der longen in te werken. Kan b.v. de eene long niet zoo krachtig ademen als de andere, doordat zij bij een long-of borstvliesontsteking het meest of uitsluitend is aangedaan geweest, dan is het van het grootste belang de zwakkere long alleen te oefenen door eenzijdig diep te ademen.

Men kan dat doen op de volgende wijze: wil men b.v. de linkerlong oefenen, dan drukke men met den rechterduim in den rechteroksel; de linkerhand legge men tegen het linkeroor en heffe de elleboog zoo hoog op als men kan; in deze houding make men van 20 tot 50 diepe ademhalingen. Ongeveer dezelfde uitwerking heeft de volgende oefening: voor het linkszijdige buige men het bovenlijf rechts zijwaarts, legge de rechterhand in de heup en den linker voorarm over het hoofd. Om de toppen der longen te dwingen deel te nemen aan de ademhaling, vouwe men de handen achter het hoofd, strekke de ellebogen zoover mogelijk naar achter, en ademe dan diep in en langzaam uit, na den adem een poosje te hebben ingehouden. Om de middelste deelen der longen te oefenen, drukke men de schouders naar voren en vouwe de handen op den buik samen.