Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Gepubliceerd op 31-05-2017

Weduwenoffer

betekenis & definitie

In de oudheid betrad de vrouw van de overledene 'vrijwillig' de brandstapel of het graf. Wanneer de overledene vrijgezel was werd er een schijnhuwelijk, een zogenaamde dodenbruiloft, opgezet. Blijkbaar heeft men de eenzaamheid van de dode in het hiernamaals hiermee willen verlichten. Er werd een volledige bruiloft bij of in het graf aangericht.

Hoe sterk een dergelijke, de bevolking aansprekende gebeurtenis kon blijven voortleven, blijkt hieruit dat men in verschillende streken van Nederland in 1923 nog het dodenmaal en de vaak daarbij stevige drinkpartij een 'doden bruiloft' noemde. In de Scandinavische landen zijn vele graven gevonden die getuigen van het meenemen van vrouwen, slavinnen en huisdieren in de dood. Ook in de Edda wordt over dit meegaan in de dood gesproken: 'Eer wil ik kussen den doden koning, vóór hij ontbindt nu wil ik slapen stil in uw arm, of laagt gij bij mij en waart nog levend'. Een zeer nauwkeurige beschrijving van een dodenhuwelijk heeft de Arabische diplomaat Ibn Fadlan in het jaar 922 gegeven, toen hij een dergelijk huwelijk en crematie bijwoonde in een Germaanse kolonie aan de Wolga in Rusland. zie ook: doden brood, offerbrood, op de dood zitten.