De taferelen welke zich in en om de kerken tijdens de pestepidemieën moeten hebben afgespeeld, zijn niet te beschrijven. Hoewel er slechts summiere gegevens zijn, moet men zich kerken voorstellen vol met stinkende leisten en kerkhoven, waar eveneens de lucht van de slecht begraven doden onverdraaglijk was.
Men ging over tot het aanleggen van begraafplaatsen buiten de stadsmuren, zogenaamde pestkerkhoven. Het waren in feite niets anders dan stukken gewijde aarde zonder stenen of iets dergelijks. Bij opgraving van deze meestal niet geregistreerde begraafplaatsen stuit men geregeld op grote putten. Aangenomen wordt dat de doden hier zonder kist (soms zelfs zonder kleding) werden begraven. Begraven worden buiten de stadspoorten was voor menigeen een gruwel. Van enkele van deze 'pestkerkhoven' is de plaats nog bekend. Geen van deze begraafplaatsen zijn voor 'normale' begraving gebruikt en zijn later dan ook verwaarloosd.