De pauw is het symbool van de onsterfelijkheid. Men geloofde dat het vlees van een pauw niet kon bederven (symbool van Christus in het graf).
Deze siervogel stamt uit India en gold daar wegens zijn verenpracht als zonnesymbool. In het volksgeloof geloofde men dat pauwenbloed demonen kon verdrijven. Pauwen worden op schilderijen wel afgebeeld bij de geboortegrot van Christus in Bethlehem. Twee pauwen die uit een kelk drinken verwijzen naar de geestelijke wedergeboorte. Bij cherubijnen (engelen) ziet men vaak vier vleugels van pauwenveren. De 'ogen' op de veren werden uitgelegd als een verwijzing naar de goddelijke alwetendheid. Pauwenvlees gold tot in de moderne tijd als een sterkend ziekenvoedsel.
