Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Gepubliceerd op 31-05-2017

Lijkdeur

betekenis & definitie

Het uitdragen van een overledene geschiedt altijd met de voeten vooruit daar de geest, die alleen maar vooruit kan zien, anders de weg terug zou vinden. Om hiervoor beveiligd te zijn, droeg men in vele streken van ons land het lijk niet door de dagelijks gebruikte deur naar buiten. Bij gewone boeren droeg en draagt men nog de dode door de grote deeldeur naar buiten.

Alleen boeren die dachten dat zij deftiger waren dan hun plaatsgenoten stonden er wel eens op dat de dode door de voordeur werd uitgedragen. Bij boerderijen gebruikt men in het dagelijks leven gewoonlijk alleen de achterdeur. De voordeur wordt uitsluitend gebruikt bij bijzondere gebeurtenissen, zoals doop, huwelijk en dood. Verder komt er alleen 'vreemd volk' aan de voordeur. In grote delen van ons land trof men vroeger in boerderijen en burgerwoonhuizen een deur aan welke niet voor dagelijks gebruik bestemd was. Van buiten was hij zichtbaar als deur, maar binnenshuis vaak door behang aan het oog onttrokken; men bezat aldus een deur welke uitsluitend gebruikt werd voor rouw en trouw. Lijkdeur bij de boerderij 'Mariëngaarde' te HallumerhoekOp de dag van de begrafenis maakte de schilder/behanger de deur open door het behang rondom weg te snijden. Direct nadat de dode door deze, nu vrij opengaande deur was uitgedragen, werd deze weer gesloten en ging de behanger dat gedeelte van de muur inclusief de deur opnieuw behangen. In Friesland spreekt men van een 'lykdoar', in de Zaanstreek van een 'dooddeur', terwijl verdere benamingen zijn: lijk-, rouw-, staat- of sterfdeur. Dat deze deur als lijkdeur bekend is gebleven, bewijst dat zij het langst als rouwdeur heeft dienst gedaan, doch in Noord-Holland was in de jaren 1900 nog het volgende rijmpje bekend: 'De dood en de bruid gaan de voordeur in en uit'. Deze deuren waren oorspronkelijk (buiten) wit geschilderd, zodat zij het karakter van een initiatiepoort hebben gehad. Een variant, meestal in de grote steden, was dat men de dode door het raam naar buiten bracht, zonder dat dit noodzakelijk was. Ook zijn er gevallen bekend dat men een gat in de muur hakte om daar de kist door te schuiven, welk gat daarna weer werd gedicht. Dit laatste vinden we nog terug bij enkele natuurvolkeren; ook zij geven hiervoor de verklaring dat de uitgedragen geest niet meer kan terugkeren.