In het voorjaar van het jaar 785 werd door Karel de Grote een concilie belegd waar de onderworpen Saksen de Frankische heerschappij werd opgelegd. In nieuwe bepalingen werd iedere vorm van de oude godsdienst verboden; het christendom werd staatsgodsdienst.
Men neemt aan dat deze verordeningen mede door Bonifatius zijn opgesteld, maar dat oudere bepalingen van de synodes van Auxerre (578-590) en Macon (585) werden toegepast. Ingrijpend waren de bepalingen op het gebied van de dodenbezorging zoals artikel 7: 'Indien iemand naar heidens gebruik het lichaam van een gestorven mens verbrandt en zijn gebeente terugbrengt tot as, wordt hij gestraft met (het verlies van) zijn hoofd'; artikel 22: Wij bevelen, dat de lijken van de christelijke Saksen naar de begraafplaatsen van de kerk worden gebracht, en geenzins naar de grafheuvelen der heidenen!' zie ook: auxerre, macon, crematie, lijkweg.
