Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Gepubliceerd op 31-05-2017

Animisme

betekenis & definitie

Zonder haar met een bijzondere naam aan te duiden, kennen natuurvolkeren vanouds een levenskracht, welke bijna altijd verbonden blijkt met goden, demonen, doden, alsmede met levende wezens en stoffelijke voorwerpen. Tal van ervaringen moeten de mens reeds vroeg hebben duidelijk gemaakt dat de schaduw, de adem, het spiegelbeeld, het kloppend hart en het stromend bloed verbonden zijn met de levende mens, maar met de dood verdwijnen.

Ziekte en bewusteloosheid konden de indruk wekken dat er tijdelijk iets uit het lichaam wegging, terwijl de droom eveneens meewerkte tot de ervaring dat de mens behalve een lichaam ook nog iets anders bezit. Daarnaast deden vooral angstdromen en nachtmerries het geloof aan demonen ontstaan, wezens met een mensachtig uiterlijk. Verering van dieren, planten en andere voorwerpen spruit voort uit de opvatting dat ze zelf geesten zijn of dat ze tot woonplaats dienen voor doden of andere geesten. Dit geloof aan een bezieling van de gehele natuur noemde de Engelse etnoloog E.B. Tylor animisme. Het animisme komen wij in sterke mate tegen in de Germaanse mythologie. Vrijwel alle gebruiken in de dodencultuur van de Germaanse volkeren komen rechtstreeks voort uit dit zielengeloof.