Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Gepubliceerd op 31-05-2017

Aansprekersoproer

betekenis & definitie

In 1696 vaardigde de stad Amsterdam een keur uit waardoor het aansprekersberoep een stadsmonopolie werd. Niemand mocht meer aansprekers of lantaarndragers gebruiken die niet door de stad waren aangesteld.

Het gehele begrafenisbedrijfwerd geregeld; het aantal en het gedrag van de mannen werden vastgesteld en zij kwamen onder toezicht van hoofdlieden en commissarissen. Velen werden hierdoor brodeloos en het ongenoegen nam zulke pekelharry vormen aan dat het tot een oproer kwam. Van 30 januari tot en met 2 februari 1696 heerste er in Amsterdam dit 'aansprekersoproer'. Er werd geplunderd, onder andere in de woning van burgemeester Boreel en kapitein Spaaroog, waarbij vele kunstvoorwerpen werden vernield. De vroedschap van Amsterdam was genoodzaakt de keur in te trekken.'