adv. & praep., op; — de grond, oer de groun, wrald; — en neer, op en del; — en neer gaan, op-en-delje, heuvelje; — en neer gaan (van klanken), ôf-enoanje; — iets af gaan, earne op los gean; vroeg — zijn, skrander wêze, ier yn ’e baen, ier op ’e lappen wêze; er op of er onder, der ûnder of der boppe; — en top, op en op, op en út; (van vermoeidheid), yn ein, oan ein, tó'n ein, ôf, bek-ôf, af en staf, skjin oan ein; — van het reizen, forreizge.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk