Agonistisch trainen verwijst naar het uitvoeren van bepaalde oefeningen ten behoeve van de zogenaamde agonistische spieren. Dit zijn spieren die als het ware tegenover andere spieren liggen, dit worden antagonistische spieren genoemd.
In het menselijk lichaam zitten tal van spieren die men specifiek kan trainen met een bepaalde oefening. Het menselijk lichaam is tevens zo opgebouwd, dat bepaalde spieren als het ware tegenover elkaar liggen. Bijvoorbeeld buik- en rugspieren of biceps en triceps in de arm. Over het algemeen geldt bij deze spiergroepen dat wanneer men de ene aanspant, de andere juist ontspant. Deze, tegenover elkaar liggende spieren, noemt men agonistische en antagonistische spieren. In het geval men bezig is met agonistisch trainen, doet men oefeningen die met name gericht zijn op het trainen van de agonistische spieren. Bij het onderscheiden van agonistische en antagonistische spieren wordt vaak gekeken welke spier als het ware meewerkt bij een bepaalde oefening en welke spier niet wordt aangespannen. De spier die in dat geval meewerkt met de oefening is de agonistische spier. Een voorbeeld van agonistisch trainen is bijvoorbeeld de biceps met gewichten, waarbij de triceps niet wordt gebruikt.
Hoewel er men ervoor kan kiezen om agonistische te trainen, is het aan te raden om voldoende af te wisselen bij het trainen van specifieke spiergroepen. Men loopt anders het risico om de balans van spierkracht rondom een gewricht te verstoren, wat tot complicaties kan leiden. Daarnaast kan men er ook voor kiezen om juist oefeningen te doen waarbij zowel de agonistische als antagonistische spieren worden getraind. Dit wordt ook wel synergistisch trainen genoemd.
