Filosofisch woordenboek

Paul Frentrop (2001)

Gepubliceerd op 21-09-2020

Waarheid

betekenis & definitie

Ach lezer, wat heeft de schrijver u te bieden? Slechts een glimp van de waarheid.

Wat moet u daarmee? ‘De zoektocht naar kennis is zoeken naar de waarheid, niet het zoeken van zekerheid,’ zei Karl Popper, en: ‘Niemand kan gelukkig worden genoemd die geen deel heeft aan de waarheid.’1 Toch is de waarheid dikwijls ongemakkelijk. De waarheid laat immers geen ruimte. Veel mensen hebben daarom niet zo’n behoefte aan de waarheid. ‘Ze bleven denken dat iets wat je niet wilt zien, ook niet kan gebeuren, zo langzamerhand een typisch polderlandse eigenschap.’2 ‘Mensen struikelen soms over de waarheid, maar de meesten krabbelen dan haastig overeind, lopen snel door en doen alsof er niets is gebeurd.’3 Voor andere mensen daarentegen is de wil om te weten wat waar is hun ultieme drijfveer. Wanneer dat doel bereikt is, kan de waarheid mooi of lelijk blijken. Daar gaat het niet om. ‘Het genoegen kan op een illusie steunen, maar het geluk berust op waarheid.’4 En slechts in vrijheid is de waarheid te vinden. ‘Vrijheid is een loos begrip in een gemeenschap die waarheid niet van leugen weet te onderscheiden.’5 Soms komt die stelling op spectaculaire wijze in de praktijk tot zijn recht: ‘Tot nu toe hebben jullie alleen maar leugens gehoord, vanaf vandaag horen jullie de waarheid,’ vertelde een leraar in een Oost-Europees land zijn leerlingen op de dag dat de Berlijnse Muur viel. En al zijn er genoeg mensen die terugverlangen naar de geborgenheid van de dictatuur, die brengt uiteindelijk niets goeds. De waarheid wel. De Romeinen zeiden al: verhul de waarheid nooit voor je arts of advocaat. Streef altijd naar de waarheid, want: ‘De hel, dat is de waarheid te laat ontdekken.’6 (Zie: Kanker)

En je moet niet schipperen met waarheid. Een klein beetje aantasten van waarheid is gevaarlijker dan regelrechte onwaarheid: ‘Waarheid baat de wereld minder dan de schijn van waarheid de wereld schaadt.’7 ‘Niet het heftig conflict tussen delen van de waarheid, maar het stilzwijgend onderdrukken van de helft ervan, is het kwaad dat wij het meeste moeten vrezen.’8 Mooi is dan ook die Amerikaanse eedtekst: de waarheid, de hele waarheid en niets dan de waarheid. Dat willen we horen. En van wie horen we de waarheid? ‘Van je vijanden zul je de waarheid niet te horen krijgen en je vrienden bieden Brtappeltaart die slechts zelden aan.’9 Je moet hem dus zelf zoeken. (Zie: Filosofie)

- Elke sekte is voor mij een verzameling van dwalingen, zei de argeloze.10 Vertelt u mij maar eens: bestaan er wiskundige sekten?
- Neen beste jongen, zei de goede Gordon zuchtend, alle mensen zijn het eens over de waarheid wanneer die is aangetoond, maar over verborgen waarheden zijn ze maar al te zeer verdeeld.
- Zegt u maar liever: over verborgen dwalingen. Als er in die grote opeenhoping van argumenten waarmee men nu al eeuwenlang steeds weer op de proppen komt, ook maar één waarheid had gescholen, dan zou men die ongetwijfeld hebben ontdekt en zou iedereen het althans op dat punt eens zijn geweest. Als die waarheid onmisbaar was, zoals de zon onmisbaar is voor de aarde, dan zou ze net zo helder schitteren. Het is absurd, beledigend voor het mensdom en een aantijging van het Eeuwig Opperwezen om te zeggen: ‘Er bestaat een waarheid

die voor de mensen van essentieel belang is, maar God houdt haar verborgen.’ ‘Plato heb ik lief, maar de waarheid heb ik liever,’ zei Aristoteles over zijn leermeester. Gotthold Lessing schijnt gezegd te hebben dat wanneer God hem de waarheid zou aanbieden, hij dat geschenk zou weigeren en er de voorkeur aan zou geven de waarheid zelf te zoeken.11 ‘De zoektocht naar de waarheid is belangrijker dan het bezit ervan,’ vond hij. Lessing hoort daarmee bij de mensen die gevoelig zijn voor het ‘waarheidsgebod’: je niet neerleggen bij fabeltjes. ‘Liegen is voor slaven, vrijen zeggen de waarheid.’12 Mark Twain adviseert dan ook: ‘Als je twijfelt, vertel dan de waarheid.’ Anderzijds leert de politieke theorie dat een machthebber niet naar de waarheid hoeft te luisteren.13 Vilfredo Pareto heeft al gezegd dat er twee redenen zijn waarom een theorie omarmd zal worden door politieke partijen: allereerst wanneer die theorie juist en nuttig is. Ten tweede wanneer die theorie onjuist en nuttig is.

Maar om te kunnen liegen moet je de waarheid wel kennen. Als ik in een optimistische stemming ben, meen ik dan ook dat het nooit zal lukken om de waarheid eeuwig te blijven onderdrukken: ‘Al leyt de waerheijt in het graf, al wat haer druckt dat moet er af.’14 (Zie: Hiërarchie)

Volgens Schopenhauer doorloopt iedere waarheid drie stadia: eerst wordt ze belachelijk gemaakt. Dan wordt ze hevig bestreden. Ten slotte wordt ze vanzelfsprekend gevonden. Oftewel: ‘Die Wahrheit triumpheert nie, ihre Gegner sterben nur aus.’15

1 Seneca.
2 Rob Hoogland, De Telegraaf, 7 mei 2018.
3 Winston Churchill.
4 Chamfort.
5 Walter Lippmann.
6 Thomas Hobbes, Leviathan (1688).
7 La Rochefoucauld.
8 John Stuart Mill, On Liberty (1859).
9 Tocqueville.
10 Voltaire, L’Ingénu (1767).
11 Volgens Goethe op woensdag 11 april 1827. Uit Eckermann, Gesprekken met Goethe (1835).
12 Apollonius.
13 James Scott, Seeing Like a State (1998).
14 Jacob Cats. Een actueel voorbeeld luidt: ‘Ik heb dit boek drie jaar geleden geschreven vanuit mijn werkelijkheid. De waarheid heeft mijn werkelijkheid inmiddels ingehaald.’ Aldus journalist Mart Smeets op 15 oktober 2012 over zijn boek De Lance factor.
15 Max Planck.