Filosofisch woordenboek

Paul Frentrop (2001)

Gepubliceerd op 21-09-2020

Kennis

betekenis & definitie

Om een vraag te kunnen stellen moet je het antwoord al bijna weten.1 Zo groeit kennis. Meer kennis roept nieuwe vragen op die weer tot meer kennis leiden.

Maar dat proces verloopt niet automatisch. Het hapert regelmatig. Neem bijvoorbeeld de menselijke voortplanting.Zoals iedereen weet ontstaat een nieuwe mens doordat een eicel en een zaadcel samensmelten. Zoals iedereen weet? Ja, nu wel, maar dat weten we nog niet zo lang. De rol van het zaad was nooit omstreden. Van oudsher meende men echter dat zaad vol zat met kleine mensjes (homunculi). Net zoals het ei van een kip een kuikentje bevat. Zo’n mensje groeide dan in de baarmoeder in negen maanden tot kind, was de gedachte, die impliceerde dat de vrouw slechts de voedingsbodem leverde waarop een nieuw mensenkind door de man werd gedeponeerd.

De microscoop opende nieuwe werelden. In 1677 zag Antoni van Leeuwenhoek die wat zaadvloeistof onder de zijne had gelegd in Delft als eerste zaadcellen bewegen. Een paar jaar later bestudeerde Nicolas Hartsoeker zijn eigen zaadcellen met een nog betere microscoop en hij zag in iedere zaadcel inderdaad de homunculus zitten. Hij maakte er in zijn Essay de Dioptrique (1694) een fraaie tekening van: het mensje zit met de knieën opgetrokken en de armen daaromheen geslagen, met het hoofd gebogen, zodat het precies in een druppel past. Deze foutieve waarneming deed de vooruitgang stagneren van de kennis van voortplanting. Niemand had nog reden om verder te denken over zoiets als een eicel. (Zie: Vooruitgang)

Meer dan een eeuw later viel Karl Ernst von Baer op zijn kasteel in het verre Estland dan ook zowat van zijn stoel bij het bestuderen van het karkas van een teef, zoals hij schreef toen hij in 1827 een artikel getiteld ‘De Ovi Mamalium et Hominis genesi’ naar de Academie in Sint-Petersburg stuurde: ‘Ik zag een klein geel plekje in een klein zakje. Toen ik nog eens goed keek, vond ik meerdere van die plekjes. Vreemd, dacht ik, wat kan dat zijn? Ik opende een van deze zakjes, tilde het voorzichtig met een mes op een kijkglas gevuld met water en legde het onder de microscoop. Als door de bliksem getroffen deinsde ik terug: wat ik zag was duidelijk een minuscule goedgevormde gele dooier.’ Daarmee was de eicel ontdekt en wist de mens meer over de vrouw en over zijn afkomst. Een onderwerp waar Charles Darwin dertig jaar later dieper op in zou gaan. En over voortplanting gesproken…

1 ‘Man, if you gotta ask you’ll never know’ antwoordde Louis Armstrong op de vraag wat jazz is?