Filosofisch woordenboek

Paul Frentrop (2001)

Gepubliceerd op 21-09-2020

Hoofddoekje1

betekenis & definitie

Kleding is zo belangrijk. Economisch gezien is textiel na ijzer dikwijls het eerste product dat mensen niet zelf maken, maar van anderen kopen.

Textiel staat dan ook aan de basis van de specialisatie van arbeid, die motor van handel, economie en vrijheid. Wol was het belangrijkste handelsartikel achter de Renaissance. Katoen vormde met kolen en ijzer de drie pijlers van de industriële revolutie. Vooral omdat het zo mooi te kleuren en te bedrukken was, want kleren maken de man. Iemands kleding bepaalt het aanzien dat hij krijgt. Enige subtiliteit is bij het aankleden wel aan te bevelen. Volgens Beau Brummel moet het ten minste vijf minuten duren na de binnenkomst van een heer in een ruimte, voordat je merkt dat hij goed gekleed is.Kleding geeft signalen af en die signalen moeten niet al te opzichtig zijn. Wie een stropdas draagt, meldt op rustige toon dat hij geen gekke dingen zal doen. Meisjes die een hoofddoek dragen zeggen daarmee dat ze niet met een man van een ander geloof willen trouwen. Ze doen dat visueel op luidere toon, net zoals meisjes die een minirok dragen uitschreeuwen dat ze niet door hun ouders laten bepalen met wie ze trouwen. Als ze al trouwen.

De minirok veroverde de (westerse) wereld in de jaren zestig van de vorige eeuw. Op 4 februari 1962 kwam de Britse krant The Sunday Times voor het eerst met een kleurenbijlage. (Zie: Beeld) Op de omslag stond Jean Shrimpton, het eerste ‘supermodel’. Die foto markeerde het begin van de swinging sixties.1 Het was ook een mijlpaal in de textielgeschiedenis. Vóór die tijd kleedden meisjes zich zoals hun moeder. Daarna niet meer. Destijds in mijn jeugd wilden veel ouders de minirok verbieden. Nu ik ouder ben woon ik in een land waar islamitische vaders en broers hun echtgenotes, dochters en zussen verplichten tot het dragen van de hoofddoek. Zij willen dat ‘hun’ dames de hoofddoekboodschap duidelijk en onmiskenbaar uitdragen. Het gaat niet om een bescheiden speldje op het revers dat laat zien dat je ergens lid van bent of een onderscheiding hebt gekregen. Een hoofddoek is nogal een statement. Het is niet dat de draagster per ongeluk iets laat zien, zoals een glimp van onderkleding. Nee, de hoofddoek wil er geen misverstand over laten bestaan dat de draagster wat wil vertellen. Een hoofddoek is geen fluisterkleding.

Waarom wordt zo’n uitgesproken kledingstuk door zo veel vrouwen gedragen? Iedere getrouwde man weet dat hij zich beter niet kan bemoeien met de kleding van vrouwen. Hij weet dat vrouwen alleen kledingadviezen aannemen van andere vrouwen en van homoseksuele mannen. Het staat daarom vast dat wie vrouwenkleding weet voor te schrijven daar meestal slechts in kan slagen met gebruik van dwang, met de dreiging met geweld.

Natuurlijk zijn er vast dames te vinden die de hoofddoek geheel vrijwillig dragen, maar het gaat mij om de anderen. Dat de lage dwingelandij die schuilt achter religieuze kledingvoorschriften meestal onzichtbaar blijft, omdat deze in de besloten kring van het gezin plaatsvindt, doet daar niets aan af. De veel gebruikte term ‘huiselijk geweld’ vind ik geen goede aanduiding. Het doet er niet toe waar dat geweld plaatsvindt. Mensen die zich als deskundigen op dit gebied opwerpen spreken dan ook van ‘eer-gerelateerd’ geweld. Een klein krantenberichtje3 meldde dat ‘hulpverleners’ in Den Haag zeker 500 gevallen van eer-gerelateerd geweld per jaar behandelen en dat dit slechts het topje van de ijsberg is omdat de meeste gevallen binnenskamers blijven. Vijfhonderd meisjes door vaders of broers in elkaar geslagen of van het balkon gegooid. Meer dan één per dag. Alleen al in Den Haag, de stad waar ik geboren ben.

De hoofddoek is een bloedig kledingstuk. Dat maakt het anders dan de kleding waar we aan gewend zijn. Dat kleding van oudsher wordt gebruikt om beroep, status of afkomst mee aan te geven, is algemeen bekend. Laatst las ik nog over twee meisjes van een jaar of twintig die in de zomer van 1919 naar Londen gingen en er elegant uitzagen ‘in cloaks and Russian boots’ maar geen hoed droegen. Blootshoofds de straat op gaan was iets wat tot dan toe alleen prostituees deden. En in het Den Haag van mijn jeugd droeg een priester nog een jurk met heel veel knoopjes en pronkten vissersvrouwen op Scheveningen met hun klederdracht. De oma van de buurjongens had een heel andere kap, met een soort gouden zijspiegels eraan. Voor mij was dat fascinerend. Voor de buren was het heel gewoon. Zo kleedden getrouwde vrouwen zich in Oetjeskerke.4 Als kind wist ik niet beter, maar dat ik als volwassen man de met geweld omgeven islamitische folklore zou moeten respecteren is te veel gevraagd. Laat wie een hoofddoek wil dragen dat thuis doen, binnenskamers. Religie dring je anderen niet op. Wie dat wel doet is niet goed bezig. Het aantal hoofddoekjes op straat is dan ook een maatstaf voor het fundamentalisme in de buurt. (Zie: Minachting)

1 Kopftuch heet dit kledingstuk in het Duits. Nederland gebruikt liever een verkleinwoord en schrikt (zich een hoedje) als een Limburger ‘kopvod’ zegt.
2 Een periode in Londen die is weergegeven in de film BlowUp (1966) van Michelangelo Antonioni.
3 Algemeen Dagblad, 18 oktober 2016.
4 De Zeeuwse naam van Hoedekenskerke, een naam die prachtig past in dit betoog. Net als Kwadendamme, de tweede dorpskern van die gemeente.