Filosofisch woordenboek

Paul Frentrop (2001)

Gepubliceerd op 21-09-2020

Geld

betekenis & definitie

Tenzij u in de gelukkige omstandigheid verkeert dat zich een goudmijn in uw achtertuin bevindt, kunt u niet aan geld komen door het zelf te delven. U zult het van andere mensen moeten zien te krijgen.

U hoort het niet van ze af te pakken. U moet hen ervan overtuigen het aan u te geven. Geld moet je verdienen. Dat maakt geld een middel dat mensen samenbindt. ‘A man is seldom more innocently occupied than when he is engaged in making money.'Intellectuelen hebben een hekel aan geld. Dat is omdat ze zich eigenlijk te goed voelen om anderen te verleiden geld aan hen te geven. Maar geld staat aan de basis van de beschaving. De oude Grieken gaven hun doden al een muntje mee voor Charon, de veerman, die je zonder betaling niet overzette. Wat er met je gebeurde als je deze boot miste werd echter nooit toegelicht. Ik denk niet dat de Grieken dit verhaal serieus namen. Het kan ook geen heel oude traditie geweest zijn. Want aanvankelijk kenden de Grieken geen geld. Ze wisselden geschenken uit.

Hele generaties studenten antropologie hebben werkstukken ingeleverd over de rol van geschenken in primitieve samenlevingen. Wie hoog in de hiërarchie staat, geeft geschenken, houdt zo zijn reputatie in stand en bouwt krediet op, want wie een geschenk ontvangt staat bij de gever in de schuld. De ontvanger wil iets terugdoen. Dit ingewikkelde agonale samenspel van materie en sociale relaties is vereenvoudigd door de uitvinding van geld.

De opkomst van geld is goed te traceren. In de mythische wereld van Homerus komt nog geen geld voor. Daar wisselen de helden dure geschenken uit. Ruzie is er over buit bij Troje. Bezit is wel belangrijk, maar geld komt er niet aan te pas. Odysseus reist zonder een cent op zak de hele Middellandse Zee rond. Bij Herodotus, de eerste geschiedschrijver, daarentegen, draait alles om geld. Goden zijn alleen nog te raadplegen via orakels, waar mensen moeten worden betaald. In zijn verhalen worden steekpenningen betaald en worden huurlingen ingeschakeld. Geld deed blijkbaar ergens tussen 800 en 500 v. Chr. zijn intrede en veranderde de wereld. Geld is een van de grootste uitvindingen van de mensheid omdat het preciezer is dan geschenken. Geld maakte de specialisatie van arbeid mogelijk, die oerkracht die de economie in beweging zet. Volgens Plato zijn steden een voortbrengsel van geld.

Zoals de klok het verstrijken van de tijd concreet maakte, zo maakte geld de behoeften van de mens concreet.2 En de machtsverhoudingen. Ook dat laatste valt precies te markeren. De oorlogsleiders van Vikingen en Franken hakten buitgemaakte zilveren bekers en schalen in stukken om hun medestrijders te laten delen in de buit, te betalen. Hun nakomelingen, die heersen over het veroverde gebied, laten hun portret in zo’n stukje edelmetaal persen. Om te laten zien wie de baas is. De baas, die bepaalt hoe alles wordt verdeeld.

Tegenwoordig bestaan er vier soorten geld, die in afnemende mate efficiency opleveren.3 De eerste is eigen geld, uitgegeven ten behoeve van jezelf. Bijvoorbeeld als je sokken koopt. Dat gaat zeer efficiënt. De tweede soort is je eigen geld uitgegeven ten behoeve van een ander. Dat is iets minder efficiënt. Als je sokken koopt als verjaardagscadeautje, koop je vaak de verkeerde. Ook liefdadigheid wordt verricht met deze tweede soort geld. De derde soort is andermans geld uitgegeven ten behoeve van je zelf. Dat leidt tot ophef of zelfs gevangenisstraf. Ten slotte is er de minst efficiënte vorm waarin geld wordt gebruikt. Dat is andermans geld uitgeven ten behoeve van anderen. Dat is tevens de basis van de moderne verzorgingsstaat, die ook nog eens door geld elektronisch te maken, het vrijheidminnende karakter uit deze drieduizend jaar oude institutie heeft verwijderd.4

1 Dr. Samuel Johnson.
2 James Buchan, Frozen Desire. An Inquiry into the Meaning of Money (1997).
3 Christopher Fields, The Spectator, 27 december 2003, vrij naar Milton Friedman.
4 Alleen omdat er nog bankbiljetten bestaan, durft de Europese overheid de rente voor particulieren niet negatief te maken.