Filosofisch woordenboek

Paul Frentrop (2001)

Gepubliceerd op 21-09-2020

Deugdzaam

betekenis & definitie

Om hun status te markeren vertonen de rijken gedrag dat kan worden gekenschetst als opzichtig verteren: conspicuous consumption.1 Een stamhoofd in Papoea-Nieuw-Guinea dat een feestmaal voor het hele dorp aanricht door veel varkens te slachten, doet dat net zo goed als de jetset in New York die dames en juwelen laat schitteren bij de opening van een nieuwe expositie in het Metropolitan Museum of Art.

Wie zich zonder te kunnen of willen pochen op een overvloed aan aardse bezittingen toch hoger wil plaatsen dan andere mensen, kan dat doen door middel van wat de Amerikanen virtue signaling noemen. (Zie: Verontwaardiging) Dit gedrag wordt in het Nederlands wel als ‘deugwapperen’ aangeduid en gaat gepaard met een erectie van de wijsvinger.

In de romanfiguren Batavus Droogstoppel (Max Havelaar, 1860) en Jozef Geelman2 (Pietje Bell, ca. 1916) is de deugdzame Nederlander voor het nageslacht vastgelegd, maar zij zijn vrijwel vergeten en een eeuw later lijkt behoefte te bestaan aan een nieuw personage dat deze eigenschap verbeeldt.3 Mijn suggestie zou zijn dit keer geen makelaar in koffie of apothekerszoon als model te nemen, maar daarvoor de figuur te kiezen van een schrijver die dagelijks wijsheden debiteert op de voorpagina van een ochtendkrant.

1 Thorstein Veblen, The Theory of the Leisure Class (1899).
2 Jozef draagt een bril, niet omdat hij slecht ziet maar omdat zijn vader dat geleerder vindt staan.
3 In de VS is deze persoon de makelaar George Babbitt, door Sinclair Lewis geschetst. De ophef die de roman Babbitt (1922) veroorzaakte droeg eraan bij dat Lewis in 1930 de Nobelprijs won. H.L. Mencken vatte samen: ‘Wat Babbitt drijft zijn niet primair zijn eigen gevoelens en ambities, maar wat de mensen van hem zullen denken.’ (Zie: Verontwaardiging).