Filosofisch woordenboek

Paul Frentrop (2001)

Gepubliceerd op 21-09-2020

Bureaucratie

betekenis & definitie

Tot de misvattingen die Karl Marx en zijn epigonen in omloop hebben gebracht, behoort het idee dat het tegenovergestelde van het kapitalisme het socialisme is.1 Zij wilden immers de kapitalistische samenleving vervangen door de socialistische. Maar kapitalisme vergelijken met socialisme is als het vergelijken van appels met een recept voor aardappelpuree.

Kapitalisme is een van vele manieren van besluitvorming. Socialisme is een beschrijving van een nog niet bestaande situatie.Het verschil tussen het kapitalisme en andere manieren van sociale besluitvorming is dat je bij het kapitalisme zelf mag kiezen wat je wilt. Je moet het dan wel zelf zien te krijgen. Het tegengestelde van kapitalisme is bureaucratie. Bij een bureaucratie heeft u niets in de melk te brokkelen. U moet afwachten of u wat krijgt en u kunt niet kiezen. Kapitalisme brengt u de creditcard, bureaucratie eist van u een paspoort.

In het kapitalisme moet hij die iets aan te bieden heeft, de koper verleiden om voor hem te kiezen. De bureaucraat daarentegen heeft geen klanten. Hij hoeft zich niet te bekommeren om de mening van de afnemers van zijn diensten. Toch heeft een bureaucratie altijd iets te doen en beschikt zij altijd over te weinig mensen voor dat werk.2 Overleven is het doel van de bureaucratische organisatie. Daarin zijn deze organisaties ongelooflijk succesvol.

De bureaucraat perst de werkelijkheid in zijn mallen. Zou een ambtenaar de mens als beleidsterrein toegewezen krijgen, dan zou hij deze net als Plato afbakenen als: de mens is een tweebenig dier zonder veren. ‘Maar een mens verliest evenmin zijn menselijkheid wanneer hij beide benen kwijtraakt, als de kip mens wordt wanneer hij zijn veren verliest.’3 Daar heeft de bureaucraat echter niets mee te maken, want zoals waanzin niet is te stoppen met redelijke argumenten, zo valt een bureaucratie die eenmaal een bepaalde weg in is geslagen niet te keren. Bureaucratie is ‘de galopperende ambtenarenhengst die op je afkomt’.4 En niets is gevaarlijker dan een bureaucratie waaraan taken dreigen te worden ontnomen. Of zoals beambten het zelf formuleren: ‘Beleidsbeëindiging is moeilijker dan het maken van nieuw beleid.’5 Eigenlijk is bureaucratisering het proces dat de onstuitbare opkomst beschrijft van de manager die samenvalt met het verschijnsel van de industriële productie, de massamarkt en de natiestaat.6 (Zie: Manager) Georg W.F. Hegel, de filosoof van de Pruisische Beamtenstaat en de profeet van de welwillende overheid, beschouw ik als de schutspatroon der bureaucraten. (Zie: Overheid)

1 De Winkler Prins Encyclopedie (negende druk) geeft als definitie van socialisme: ‘Als term de samenvatting van al die vormen van maatschappelijk streven die op de opheffing van een klassenmaatschappij gericht zijn en in de afschaffing of beperking van de particuliere eigendom van de productiemiddelen een min of meer verregaande regeling van of controle op het productieproces en de verdeling van de opbrengst daarvan door de gemeenschap het doeltreffendste middel zien tot een rechtvaardiger samenleving. [...] Het socialisme als ideologie is niet geworteld in de moderne arbeidersbeweging, maar in christelijke voorstellingen getransponeerd in het wereldlijke, en in elementen van de filosofie van de oudheid (Plato’s Staat bevat socialistische denkbeelden).’ (Zie: Beschaving)
2 ‘Parkinson’s law’, The Economist, 19 november 1955.
3 Pascal in aanvulling op de bekende filosofieanekdote over de cynicus Diogenes, die met een geplukte kip in de hand de Academie binnenliep, roepende: ‘Ik heb de mens van Plato gevonden.’
4 Gerrit Komrij.
5 Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2005).
6 Bruno Rizzi, The Bureaucratization of the World (1939).