Filosofisch woordenboek

Paul Frentrop (2001)

Gepubliceerd op 21-09-2020

Beschaving

betekenis & definitie

In boek 18 hoofdstuk 41 van zijn beroemde De Stad van God schampert de heilige Augustinus dat in het oude Athene allerlei filosofen geheel tegenstrijdige dingen beweerden. De een zei dit, de ander zei dat.

En geen enkele autoriteit die bepaalde wie er gelijk had! Nee, de mensen daar bekeken al die opvattingen gelijk. Nou, dat deden de christenen volgens de kerkvader een stuk beter. Zij bezitten het woord van God en verwarren ‘geen valse profeten met de ware in gelijke toelating en vrijheid door elkaar gemengd’. Zij hebben de waarheid in pacht.In de westerse beschaving geldt echter: ‘De meest verbreide meningen, en wat iedereen voor uitgemaakt houdt, verdienen vaak het meest onderzocht te worden.’1 Bijvoorbeeld de stelling dat de Europese cultuur dan wel de westerse beschaving gebaseerd zou zijn op de christelijke traditie, waar na de Tweede Wereldoorlog beleefdheidshalve joods aan is toegevoegd. Dat is-ie aantoonbaar niet.

Alle kunst, beschaving en wetenschap hebben we aan de Grieken te danken.2 ‘De logica van Aristoteles heeft meer dan enige andere invloed het Europese denken gevormd.’3 De Grieken zochten voor alles naar oorzaken die niets met het goddelijke te maken hadden. Hun filosofen namen de eigenschappen van de materie als uitgangspunt om natuurverschijnselen te verklaren. Hun juristen verwierpen iedere verwijzing naar goddelijke motivatie door beklaagden. Hun artsen wezen bovennatuurlijke verklaringen van ziekten van de hand. Hun geschiedschrijvers zagen menselijk gedrag en niet goddelijk ingrijpen als verantwoordelijk voor het verloop van de historie.

Jodendom en christendom daarentegen zijn godsdiensten. Het jodendom heeft nauwelijks enige directe invloed gehad op de Europese cultuur. Het enige wat het christendom heeft bijgedragen is dat met zijn opkomst mensen zich voor het eerst identificeerden op basis van hun geloof, iets wat in de klassieke wereld ondenkbaar was. Daarnaast heeft het christendom, verenigd in een organisatie van ongetrouwde mannen, meer dan duizend jaar lang alles op alles gezet om die Europese beschaving en cultuur te knevelen. Aanvankelijk met groot succes. In de eerste eeuwen van zijn bestaan heeft het christendom alle literatuur, toneelkunst, poëzie, schilderkunst en beeldhouwkunst verbrand, kapotgeslagen of anderszins verwoest. Alleen onder de gestolde as van de Vesuvius hebben we nog uitingen van de bruisende klassieke beschaving kunnen vinden die onbezoedeld waren gebleven voor de vernietigende vuist van het christendom.

Elk wetenschappelijk denken werd duizend jaar lang de kop ingedrukt. Iedere gedachtevorming werd tegengegaan. Dat begon rond het jaar 320 nadat keizer Constantijn de Grote zich tot het christendom had bekeerd: ‘Deze gedenkwaardige gebeurtenis was het begin van een millennium waarin de rede werd geketend, het denken werd geknecht en kennis geen vooruitgang meer boekte.’4 In 410, hetzelfde jaar dat de Visigoten Rome plunderden en Augustinus de inspiratie opdeed voor zijn De Stad van God, verwoestte een horde fanatieke christenen de toen reeds negenhonderd jaar oude tempel van Artemis in Efeze, de grootste klassieke tempel ter wereld. Eerbetoon aan die godin van de vruchtbaarheid was de christenen een doorn in het oog. Dat gold voor eigenlijk alles. Vijf jaar later werd in Alexandrië de vrouwelijke wiskundige Hypatia door een menigte fanatieke christenen afgeslacht. Christenen moesten niets weten van de bestaande cultuur en wetenschap. Ze vernietigden wat ze konden. Erasmus heeft in zijn pleidooi voor de studie van de klassieken al uitgelegd waarom: ‘omdat zuivere religie en volmaakte geleerdheid niet goed samengaan. Vroomheid steunt op geloof, maar wetenschap verricht onderzoek met behulp van bewijzen en stelt zaken ter discussie. Tenslotte zijn geleerden op de een of andere manier minder gedwee dan mensen die nergens verstand van hebben, en daarom is er niets waar het gros van de abten zo bang voor is als een monnik die zich al te zeer verdiept in kunsten en wetenschappen. Ze heersen namelijk liever over schapen dan over mensen, en dit enkel en alleen omdat het gemakkelijker voor ze is.’5 Lang voor de ‘Verlichting’ was er de ‘Verduistering’. Duizend jaar lang werd de Europese cultuur door de kerk uitgeroeid. Tot het jaar 1400 is nauwelijks meer iets wat de moeite waard is in Europa geschreven, geschilderd of gebeeldhouwd. Godzijdank is deze breidel met veel moeite afgeworpen. (Zie: Natuur) Pas in 1966 stopte het Vaticaan met het bijhouden van zijn Index Librorum Prohibitorum, de lijst van verboden boeken.

De zogenaamde joods-christelijke traditie is niet meer dan het absurde idee dat alle ellende in de wereld is terug te voeren op twee voorouders die een stuk fruit aten. De joods-christelijke traditie is geen cultuur, dat zijn vreemde gedachten afkomstig uit een andere cultuur. Alle bestaande grote godsdiensten zijn voortbrengselen van niet-westerse beschavingen.6 In het Westen is geen enkele monotheïstische godsdienst bedacht.7 Hoe dat komt? ‘In de oudheid onderscheidden Griekenland en Rome zich van andere rijken vanwege het feit dat zij vrijwel geheel vrij waren van priesterlijke macht.’8 (Zie: Boeotië) ‘De vrijheid van de Griekse kunst, wetenschap en filosofie is die van een welvarend tijdperk, dat niet in zijn ontwikkeling werd beperkt door bijgeloof.’9 Dat biedt ruimte om zelf na te denken. ‘Wat de goden betreft, weet ik niet of ze bestaan of niet,’ schreef Protagoras 24 eeuwen geleden in een stadje in het uiterste noorden van Griekenland niet ver van het huidige Bulgarije. Plinius liet zich rond het jaar 80 in zijn Naturalis Historia in dezelfde geest uit en voegde daaraan toe: ‘God zijn, dat is voor stervelingen andere mensen te helpen.’ Liefde voor wijsheid, de filosofie, komt wel uit Europa. ‘Nooit heeft een filosoof verklaard dat God hem heeft geïnspireerd, want dan zou hij meteen geen filosoof meer zijn maar een profeet.’10 Filosofie komt van de Grieken en de Europese cultuur is gebaseerd op de Griekse tradities waarvan ondanks de dikke laag christendom die er eeuwenlang overheen is gegooid, het licht niet is gedoofd, al haatten christenen denken: ‘Al twintig eeuwen duurt de haat tussen Athene en Jeruzalem.’11 De rond het jaar 200 in Tunesië levende fanaticus Tertullianus leerde christenen dat nadenken nergens voor nodig was. Geloven, dat was genoeg. Hij schreef: ‘Wat heeft Athene van doen met Jeruzalem, de kerk met de Academie, de christen met de ketter? Na de komst van Jezus hoeven wij niet meer te speculeren, na de blijde boodschap is er geen onderzoek meer nodig.’ ‘De wijsheid van de wereld is dwaasheid voor God,’ schreef de apostel Paulus aan de Corinthiërs.

De Grieken lachten de apostel Paulus uit, toen hij in Athene de opstanding van de doden kwam preken. Daar geloofden ze niets van. Christenen lachten echter niet. Nooit.12 ‘Geen vijandigheid is zo bitter als de christelijke.’13 De haat van de christenen is de haat van mensen die verkondigen dat lijden zinvol is en die de dood koesteren jegens mensen die genieten van het leven. Want dat is niet de bedoeling. ‘God heeft ons het leven niet gegeven om van te genieten,’ aldus kerkvader Johannes Chrysostomos, onder wiens bezielende leiding de tempel van Efeze werd verwoest.14 Voor de christenen is de wereld een knekelhuis. Zij vereerden botten. Hun monument is de graftombe. Net als bij de Egyptenaren die hen inspireerden. De Grieken daarentegen genoten van het leven. Hun monumenten waren de theaters, die iedere Griekse stad sierden.

Anders dan bij volkeren waar de wet zogenaamd door God was vastgesteld, kenden de Grieken gewoon de namen van de mensen die de wetten hadden voorgelegd die door de volksvergadering waren aanvaard, zoals Solon in Athene, Lycurgus in Sparta, Zaleucus in Locris. De klassieke Griekse tradities zijn de deugden van vrije handelaren en boeren die gezamenlijk hun stadstaatje moesten verdedigen. Daaruit vloeien zaken voort als regering op basis van consensus, gelijkheid onder de middenklasse, toezicht door de volksvergadering op bestuurders, het scheiden van politiek en religie, hang naar vrijheid, individualisme en rationalisme.15 Die brachten op hun beurt de rechtsstaat. (Zie: Belediging)

Vanaf 480 jaar v. Chr., toen de Grieken eerst de Perzen tegenhielden en vervolgens anderhalve eeuw later hun cultuur overbrachten naar het hele Perzische rijk, waren dat de eigenschappen die maakten dat er een Europese beschaving is blijven bestaan. Want hadden de Perzen gewonnen, dan was die er niet gekomen. (Zie: Demaratos)

Overigens is beschaving niet erfelijk. Varlam Shalamov schetste in zijn aangrijpende beschrijving van het leven in Stalins kampen in Oost-Siberië hoe snel beschaving kan verdwijnen: ‘De mens wordt een beest na drie weken hard werk, kou, honger en slaag.’ Waarbij hij koude aanwees als de belangrijkste corrumperende invloed op de ziel.16 Om in stand te blijven moet beschaving als een vuurtje worden gekoesterd en door iedere generatie opnieuw worden doorgegeven. Uiteindelijk is beschaving het opvoeden van kinderen en in sommige culturen voeden mensen hun kinderen beter op dan in andere culturen. (Zie: Opvoeding)

1 Georg Lichtenberg.
2 Edith Hamilton, The Greek Way (1930), of Thomas Cahill, Sailing the Wine-Dark Sea (2004).
3 Sir Paul Harvey, de oorspronkelijke samensteller van The Oxford Companion to Classical Literature.
4 J.B. Bury, A History of Freedom of Thought (1914). Zie ook:

Charles Freeman, The Closing of the Western Mind (2002). Dirk Rohmann, Christianity, Book-Burning and Censorship in Late Antiquity (2016). Catherine Nixey, The Darkening Age. The Christian Destruction of the Classical World (2017).

5 Desiderius Erasmus, Liber Antibarbarorum (1494/1520). Toen Erasmus aan dit werk begon was hij nog geen twintig jaar oud en kende hij nog geen Grieks.
6 Samuel Huntington, The Clash of Civilizations and the Remaking of World Order (1996).
7 Dat idee kwam uit Egypte. Farao Akhnaton beval het volk nog slechts één god te aanbidden. Volgens Freud was Mozes een priester van Akhnaton die de Israëlieten tot het nieuwe monotheïsme bekeerde, terwijl de Egyptenaren zelf na de dood van Akhnaton in 1347 v. Chr. hun oude veelgoderij weer oppakten.
8 Bertrand Russell, Power. A New Social Analysis (1938).
9 Ibid.
10 Voltaire, Lettres Philosophiques (1733). Wat niet betekent dat verstandige mensen altijd voor de filosofie kiezen. ‘We zijn hier op aarde met een bestemming [...] Ik vind die religieuze verklaring bevredigender dan het meer filosofische idee dat het allemaal toeval is en van mensen afhangt,’ aldus de vicevoorzitter van de Raad van State in een interview. (Het Financieele Dagblad, 22 september 2018)
11 Heinrich Heine.
12 Heeft Jezus ooit gelachen? Die vraag is het achterliggende thema van de historische roman De naam van de roos (Il nome della rosa) van Umberto Eco (1980) die vertelt hoe een reizende monnik in een afgelegen abdij in 1327 een exemplaar vindt van het tweede deel van de Poëtica van Aristoteles, een werk dat verloren was gewaand. De bibliothecaris pleegt moorden om te voorkomen dat de mensheid hier weer kennis van neemt.
13 Montaigne, Essays (1588).
14 In diens preken tegen spelen en het theater (ca. 400). ‘Guldenmond’ is de vertaling van zijn bijnaam.
15 Victor Davis Hanson, Why the West Has Won (2001).
16 Varlam Shalamov, Kolyma Tales (1953/1980).