paraplu
In deze betekenis in 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Volgens Köster Henke is een zwerver een gestolen paraplu; in literaire bronnen zie we later dat het wordt gebruikt voor ‘paraplu’ in het algemeen.
• Als Manus nou een ouden zwerver boven zijn kop opstak? Zou het niet een beetje heel erg kaduuk staan? ¶ Is. Querido, Manus Peet (1922), p. 36. De schrijver verklaart de betekenis in een voetnoot.
• Vader seit, mit de nattigheid komme se aggele, de dauwwurm. [...] Mô-je se me mit de punt van ’n ouwe swerrefer opgrave. ¶ Is. Querido, Manus Peet (1922), p. 122. De schrijver verklaart de betekenis in een voetnoot.
