Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 20-02-2019

weggeefeconomie

betekenis & definitie

‘De tijd is rijp voor de weggeefeconomie’, kopte de Volkskrant op 25 augustus 1999. ‘Kostte een Internet-abonnement bij World Online twee maanden geleden nog 180 gulden per jaar, gisteren was het de helft, vanaf vandaag is het helemaal gratis. Is de grootste Internet-provider van Nederland gek geworden? Nee, ze weten dat de tijd rijp is voor de weggeefeconomie. Gratis is het nieuwe gat in de markt.’

De krant gaf nog allerlei andere voorbeelden: de gratis treinkranten Metro en Sp!ts, gratis een jaartje proefrijden in een nieuwe Daewoo, gratis de nationale telefoongids raadplegen via Internet, een gratis Internet-browser van Microsoft of Netscape en gratis telefoneren met het Zweedse GratisTel.

Maar gratis blijkt niet hetzelfde als ‘voor niks’, want de ontvanger van een FreePC krijgt zijn gratis computer alleen in ruil voor privé-informatie die het bedrijf vervolgens doorverkoopt. Dat leidt tot een stroom aan reclame-mailtjes. De gratis telefoonverbinding van GratisTel — al gemeengoed bij driehonderdduizend bellers in Zweden, Noorwegen en Denemarken — wordt voortdurend onderbroken door reclame. Klanten moeten naast hun naam en adres hun interesses opgeven, waar de spotjes op worden afgestemd.

Overigens bleef de term weggeefeconomie beperkt tot de kolommen van de Volkskrant, net als gratiseconomie, dat in september 1999 debuteerde.

Vergelijk piranha-economie en weggeefwinkel.