gulden
In deze betekenis in 1905 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Köster Henke vermeldt het in de vormen pop, poppie en poppetje .
In 1913 dichtte Theo Daan, in Studenten-liedjes:
Dan een braaf studentje worden,
Duizend pop precies in ’t jaar;
Altijd zoet college loopen:
Dan kom je het makk’lijkst klaar!
• Ik zeg: ‘Schijthuis, heb ik voor zeventien en ’n halve pop opgezope?’ ¶ Job Steynen, In en om de nachtkroeg (1905), p. 48
• Het is zoo moeilijk gesteld met die salarieering van de onderwijzers. De goede verdient nooit genoeg; de dorre schoolfrik is met driehonderd pop nog veel te royaal beloond voor de schade, welke hij de gemeenschap berokkent. ¶ Piet Bakker, Jeugd in de Pijp (1948), pp. 69-70
• ‘Ik heb ze een nieuwe accu moeten geven, dat kost me toch altijd nog zo’n tachtig pop.’ ¶ Tonio Hildebrand, Het gaat niet om geld (1973), p. 59
