Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 20-02-2019

pitbullen

betekenis & definitie

Ergens de tanden inzetten. Ook: een en ander scherp bewaken. De eerste betekenis is nog niet schrift gesignaleerd, maar wel gehoord (‘We moeten even pittbullen’). De tweede betekenis werd onder meer aangetroffen op internet, in een sportcolumn van iemand die zich Züghod Bibbelbröks noemt: ‘Flarden van de wedstrijd speelden door mijn beschaamde hoofd... zie weer die ballen afketsen op de lat en paal... weer Van de Sar een doelpunt van de lijn afgrabbelen en weer Kluivert als een koe zonder kont rondhobbelen... en Davids poedelen in plaats van Pitbullen...’.

Hoewel de pitbull, een kruising van een buldog en een terriër die wordt gefokt en getraind voor de vechtsport, een slechte naam heeft, wordt het woord pitbull geregeld overdrachtelijk gebruikt voor ‘waakhond, doordouwer, doorzetter, fel en onverzettelijk persoon’. Enkele vindplaatsen uit 2000: Het Parool schreef op 26 februari: ‘We hebben een minister nodig die als een pitbull de integriteit van de overheid bewaakt en de corruptie te lijf gaat’. De Volkskrant noemde Edgar Davids op 6 maart: ‘de pitbull op het middenveld’, Quote had het op 1 april over ‘een juridische pitbull’, en op 31 maart schreef NRC Handelsblad: ‘Frits van Egters mag dan een sympathieke antiheld zijn, hij is een pitbull in het diepst van zijn gedachten.’ Opmerkelijk genoeg is dit overdrachtelijk gebruik nog in geen enkel woordenboek vastgelegd. Wel pitbullsmoking – een woord uit 1990 – als schertsende benaming voor ‘trainingspak’.