Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 11-02-2019

petoet

betekenis & definitie

gevangenis

In 1918 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. In 1937 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Gabbertaal van E.G. van Bolhuis. Van het Javaanse dipetut voor ‘gepakt, gevangen gezet’. Waarschijnlijk ontstaan in de soldatentaal. Ook aangetroffen als patoet.

Willem Wilmink dichtte ooit:

Jan kreeg een heel jaar onderdak
in de petoet, ofwel de bak.
Dat was misschien wat zwaar beoordeeld,
maar goed, de rechter wou een Voorbeeld.

• ‘Vijf dagen in de petoet!’ ¶ Frank van Waes, Notities van een landstormman (1918), p. 18
• ‘Tegenorder! Tegenorder! De broeken motten opgevreten worden, en een beetje gauw of ik zajje de petoet in donderstene!’ ¶ A.M. de Jong, Frank van Wezels roemruchte jaren (1928), p. 118
• ‘Goed dat m’n band geklapt was,’ peinsde Van Beek. ‘En goed dat ik een goeie jongen ben, anders kreeg je een paar dagen patoet in plaats van verlof, nu je nog over geklapte banden durft praten.’ ¶ A. Roothaert, Spionnage in het veldleger (1933), p. 32. De schrijver verklaart de betekenis (‘provoost, strenge straf, zoveel mogelijk eenzame opsluiting in een cel’) in een voetnoot.