Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 19-02-2018

Kwassie

betekenis & definitie

boom, koortswerend middel

Quassie werd in 1692 in Guinea geboren. Het moet op een zondag zijn geweest, want dat is de betekenis van zijn naam in het Ewe, de taal van de Ashanti.

Quassie - ook te vinden als Quashee, Coassi en zelfs Kwasje - werd op jonge leeftijd door slavenhandelaars gevangengenomen en naar Suriname verscheept. Daar ontwikkelde hij een gedegen kennis van geneeskrachtige kruiden. Zieken vroegen hem om raad en ook bij diefstallen werd de hulp van de gezaghebbende slaaf ingeroepen. Nadat Quassie de 'fiscaal' had geholpen de daders van enkele vergiftigingszaken op te sporen, hield de bevolking hem voor een loekoeman, een tovenaar.

In 1730 deed Quassie dienst als gids bij expedities tegen opstandige bosnegers. Hij maakte zich hierbij zo verdienstelijk dat het hoofd van de politie hem een gouden borstplaat gaf met als opschrift: 'Quassie trouw aan de blanken'.

Op een van deze tochten ontdekte Quassie dat het helgele hout van een kleine boom met gevingerde bladeren en opvallende rode bloemen, koorts onderdrukte. 'De inboorlingen', schrijft een woordenboek, 'gebruikten het middel tegen venijnige slangenbeten' en al spoedig was het in de gehele kolonie bekend.

De Zweedse kolonist C.G. Dahlberg zorgde dat het hout bij zijn beroemde landgenoot Linnaeus terechtkwam, die er in 1761 een verhandeling over schreef. Linnaeus noemde het bitterhout quassia en zo noemen de Engelsen en Fransen het nog steeds. In Nederland werd het nieuwe geneesmiddel kwassie of kwassiehout genoemd en in 1766 arriveerde de eerste scheepslading in Amsterdam.

Met Quassie ging het toen al voorspoedig. Hij had twee jaar voor de Geoctroyeerde Surinaamse mineraalcompagnie gewerkt en was in 1744 door de gouverneur-generaal vrijgekocht.

Quassie onderrichtte de jongste zoon van de landvoogd in het Negerengels, het Caraïbisch en het Arrowaaks. De volgende gouverneur-generaal stelde hem zelfs in de gelegenheid naar Nederland te reizen, waar Quassie van stadhouder Willem V een fraaie, met goud geborduurde rok kreeg.

In Nederland was de vraag naar het hout van de Quassia amara groot. 'In de Geneeskunde', schreef een arts, 'pryst men het Kwassie-Hout aan, tegens allerley soort van hardnekkige en ongeregelde koortsen.' Er kwam zelfs een quassie-beker op de markt: wijn die er lang genoeg in bleef staan, kreeg vanzelf de bitterheid en geneeskracht van het kwassiehout. Later werd het bitterhout gebruikt als middel om de eetlust op te wekken en nog later kwam het als gif in vliegenpapier terecht.

Quassie maakte dit niet meer mee, hoe oud hij ook werd. Hij stierf in Paramaribo op 11 mei 1787, 95 jaar oud.