Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 11-02-2019

kast

betekenis & definitie

gevangenis, cel

In deze betekenis in 1805 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst.

• Zoo gingen wij in stede van boord, naar de zoogenoemde kast, onder geleide van militairen en gendarmes. Bij het gevangenhuis komende, werden de kapiteins, zoo wel als al de equipages, opgesloten. ¶ Lotgevallen van K.J. Kuipers te Obergum (1844, tekst uit 1803), p. 81
• ‘En wat is die straf, waar het vorige artikel van spreekt?’ vroeg Bol. ‘Van zes dagen tot zes maanden gevangenis, en van zestien tot driehonderd franken boete,’ antwoordde Donia, begeerig om te toonen, dat hij zijn Code Pénal van buiten kende. ‘Maar ik heb weinig trek om in de kast te zitten,’ zeide Bol. ¶ Jacob van Lennep, Klaasje Zevenster dl 1 (1865), p. 108
• ‘Als-ie zo gesteld is op de zielerust van z’n vrouw en kindertjes had-ie banketbakker of postbode moeten worden, maar géén inbreker. Als kraker loop je nu eenmaal het risico dat je de kast in gaat.’ ¶ M. van Amerongen, De roerige wereld van Pistolen Paul (1968), pp. 50-51