Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 11-02-2019

hiep

betekenis & definitie

schoen, klomp

In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Köster Henke geeft onder meer als voorbeeldzin: ‘Hij draagt altijd een paar gedofte hiepen’ (‘... gepoetste schoenen’). Ook aangetroffen als iepen. Een ‘schoenmaker’ werd een hiepenmaker genoemd.

• Maar de snoeverkameraad juist verklaarde Thijs, dat die koopman een #jovene kerel was, die zoo vast in zijn hiepen stond als hijzelf. ¶ Is. Querido, Mooie Karel (1925), p. 468. De schrijver verklaart de betekenis in een voetnoot.
• Op een avond, dat beiden lazeres dronken waren, hadden zij ruzie over kleren, dien zij hadden opgeschooid. But had van een medelijdend heer een blauw kloffie geschooid en een paar jovene iepen. ¶ H. van Aalst, Onder martieners en bietsers (1947), p. 59. De schrijver verklaart de betekenis (‘beste schoenen’) in een voetnoot.
• Vandaag weer een dikke twintig kilometer getippeld. Het bloed staat in me hiepen! ¶ Willem van Iependaal, Onder de pannen (1951), p. 32