Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 11-02-2019

helm

betekenis & definitie

politieagent

In deze betekenis in 1946 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst, maar zonder twijfel wordt helm al langer als bijnaam voor ‘politieagent’ gebruikt. Die bijnaam is ontleend aan de glimmende helm die politieagenten lang droegen. Hierover schreef A. Mineur in 1946 in Echt Rotterdamsch (p. 104):

De blinkende helm, waarmede onze politie vroeger getooid was, beteekende een ware handicap bij de uitoefening van haar moeilijke taak en het komt ons thans onbegrijpelijk voor, hoe het nog zoo lang heeft kunnen duren, vóór dit lastig attribuut van onze politiemannen werd afgeschaft. Zij werden al op grooten afstand gezien, vooral als de zon haar stralen op dit hoofddeksel weerkaatsten deed, maar ook des nachts, wanneer het schijnsel der lantaarns een politiehelm belichtte. Als overgangsmaatregel werden onze agenten indertijd alleen des nachts van petten voorzien, vóórdat de blinkende helm voorgoed werd opgeruimd. Toen dit nog niet het geval was, zag een agent zich vaak genoodzaakt, als hij in de verte een of andere ongerechtigheid ontdekte, z’n helm af te zetten en achter z’n rug verborgen te houden, om niet den overtreder al op grooten afstand voor z’n nadering te waarschuwen.

• Ziet onze gedisciplineerde, goed-ontwikkelde, beschaafde agenten van thans en ge begrijpt, hoe nu de groote massa van het volk niet meer zou dulden, dat ze, zooals in tijden van mindere beschaving geschiedde, door de straatjeugd openlijk zouden worden uitgescholden voor ‘juut’, ‘hoed’, ‘smeris’, ‘adoot’, ‘klabak’, ‘helm’, enz. ¶ A. Mineur, Echt Rotterdamsch (1946), p. 104