Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 20-02-2019

generatiefonds

betekenis & definitie

Beleggingsfonds voor achttienjarigen. In deze betekenis gemunt door Pieter Korteweg, voorzitter van het Beleidscomité van de Robeco Groep.

Op 3 juni 2000 schreef Korteweg in NRC Handelsblad dat de opbrengst van de veiling van GSM-frequenties wat hem betreft niet in de staatskas zou moeten verdwijnen. Hij zou dan worden uitgeven aan een aantal openstaande goede doelen, zoals zorg en onderwijs, aan aflossing van de staatsschuld, of aan alle twee. Maar, schreef Korteweg:

Er is een vierde weg, een weg die we ook al hadden moeten volgen toen we indertijd de aardgasbel tot onze beschikking kregen. We vormen van de opbrengst van de GSM-frequenties een Generatiefonds. Dat fonds wordt belegd, deels in overheidsobligaties en deels in aandelen. Iedereen die 18 jaar wordt krijgt een aandeel van zeg 10.000 gulden in dat fonds. De beleggingsopbrengsten van het fonds worden bij het kapitaal bijgeschreven. Eenieder kan zijn aandeel gebruiken om zijn belastingschuld of hypotheek af te lossen, een opleiding te betalen, een huis of aandelen te kopen, een onderneming te starten, of om gewoon te consumeren. Er wordt een markt georganiseerd waarop de aandelen in het Generatiefonds verhandelbaar zijn. Ieder die geld wil zien kan zijn aandeel verkopen. Iemand anders moet het dan kopen, moet dus hetzelfde bedrag sparen. Dus tegenover consumptie van de één staat een besparing van de ander. Aldus blijft het kapitaal intact.

Anderen noemden het fonds een snotapenfonds en een degeneratiefonds. Generatiefonds werd steeds met een hoofdletter geschreven, als een eigennaam dus, maar op 1 juli stond in NRC Handelsblad: ‘En er is aan alle kanten creatieve ruimte om nieuwe investeringen te bedenken in de vorm van generatiefondsen voor jongere mensen en vergrijzingsfondsen voor ouderen.’ Vergrijzingsfonds is overigens niet nieuw; dat woord is in 1996 voor het eerst gesignaleerd.