Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 20-02-2019

Fortuynist

betekenis & definitie

Wanneer dienden de eerste Fortuynisten zich aan? Was dit ná of vóór de moord op Pim Fortuyn? Het was – om precies te zijn – op 22 november 2001, toen het ANP berichtte over de aanstaande vergadering van Leefbaar Nederland in Hilversum. Partijvoorzitter Jan Nagel sprak tegenover het persbureau de verwachting uit dat de anti-Fortuynisten bij die vergadering snel het veld zouden ruimen.

Het begon dus met anti-Fortuynisten, maar de Fortuynisten lieten niet lang op zich wachten. Zij maakten hun debuut op 29 december 2001 in NRC Handelsblad, in een column van Hugo Camps:

En de Fortuynisten zeiden tegen elkaar: ‘Halve Nederlanders zijn niet representatief; het zijn huurlingen van de glorie; zonder bal kunnen ze ons niet raken.’

Vóór de moord op Fortuyn wordt Fortuynist vooral schertsend of neerbuigend gebruikt, en slechts sporadisch. Ná 6 mei 2002 stijgt het gebruik explosief – tot ruim zestienhonderd maal dit kalenderjaar. Ook de toon verandert. Fortuynist wordt een geuzennaam. Een Fortuynist wordt iemand die het gedachtegoed van Pim – dat bijna een staande uitdrukking is geworden – hoog wil houden; hij wordt iemand die het Fortuynisme aanhangt, die wil handelen in de geest van Pim of die wellicht een lijntje heeft met Pim.

Al begin juni schrijft iemand in een ingezonden brief aan de Volkskrant:

Laten we de LPF voortaan de fortunisten noemen (of fortuynisten zo u wilt). Die term is – meer dan de afkorting – een eerbetoon aan Pim Fortuyn en sluit bovendien aan bij een internationale traditie: het vernoemen van een politieke beweging naar de legendarische leider. Zoals Frankrijk gaullisten heeft, Argentinië peronisten, Nicaragua sandinisten en tal van landen trotskisten en maoïsten, zo heeft Nederland nu recht op fortunisten.

En inderdaad, LPF’er en Fortuynist – dat wisselend met een hoofdletter en een kleine letter wordt geschreven – worden in de loop van het jaar bijna synoniem en worden door de kranten volkomen neutraal gebruikt. Natuurlijk bedacht men op een gegeven moment ook woordspelingen als fortuynzoeker (voor iemand die in het kielzog van de Fortuynbeweging hogerop wil), fortuynlijk en onfortuynlijk (alledrie in diverse spellingen), maar dit waren uitzonderingen, net als de aanduiding fuck-you-Fortuynist voor de grofgebekte LPF’er Cor Eberhard. Gangbaar werden Fortuynist en Fortuynisme en die zullen waarschijnlijk voorlopig nog wel even blijven bestaan.

Vergelijk at your service, condoleancestem, demoniseren, ga toch koken, geest van Pim, ik zeg wat ik denk…, kogel..., lijntje..., LPF, proefballonnenblazersensemble, puinhopen..., zelfdemonisering, zin an...