Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 11-02-2019

fiksen

betekenis & definitie

klaarspelen; in orde brengen

In 1950 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. Aanvankelijk kennelijk vooral gebruikt in de scheepvaart, althans, de vroegste vindplaatsen wijzen daarop (zie hieronder). Van het Engelse to fix (‘regelen’). Ook aangetroffen als fixen.

• Halverwege kwam de meester de brug op om te vertellen dat hij dielenspomp gefixt had. ¶ Jan de Hartog, Stella (1950), p. 95
• Aan boord van de sleepboot dronk hij met Evert Baan, de ingenieurs en ieder die aan boord was, grote bellen op de sluiting van het kwaaiste gat, en ofschoon het slik in korsten op zijn gezicht en op zijn kleren kleefde, stapte hij trots als een pauw door de straten van Den Oever naar zijn ark. ‘Vrouw, het is gefikst!’ riep hij Lies toe. ¶ K. Norel, Mannen van Sliedrecht (1950), p. 239
• Met de’Zuiderkruis’, die velen van ons naar of van, en soms zelfs naar én van Indonesië had gebracht. De kade brulde ons na: ‘Zij wél! Het is al gefikst hoor! Wat gaan jullie er eigenlijk doen?’ ¶ Wim Dussel, Tjot (1952), p. 11