Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 07-02-2017

Druppel, Dropje

betekenis & definitie

Vooral in Vlaanderen en de Nederlandse provincie Limburg is druppel een zeer veelvoorkomende borrel naam, maar hij is in zo'n beetje alle uithoeken van het Nederlandse taalgebied gesignaleerd, in bijna twintig verschillende vormen of schrijfwijzen. Die zullen we hier niet allemaal opsommen, maar de uitersten zijn drepke en druupke, met daar tussenin onder meer dripske (in Friesland), droppel en druppie (onder andere in Amsterdam). Druppel en drop (je) komen het meest voor. De naam is aan het eind van de 18de eeuw voor het eerst gevonden. Net als bijvoorbeeld traantje benadrukt dit eufemisme de geringe hoeveelheid drank per glaasje. Zoals voor de hand ligt bij zo'n wijdverbreide borrel naam, is hij bij talloze schrijvers en dichters te vinden. Zo schreef A. Fokke Simonsz. in 1792:

Ze zit en schrijft nu den geheelen dag niet anders dan pamflets en satiren, en, tusschen ons, ze drinkt wel eens een druppeltje. Ruim honderd jaar later, in 1896, schreef Justus van Maurik in Verspreide novellen:
Vader sloeg ook, maar alleen dan, als hij dronken was. Moeder altijd, maar toch was zij - de buren zeiden het - een knappe vrouw, die nooit een droppel proefde en eerbied had voor d'r godsdienst.

In West-Vlaanderen noemde men een grote borrel met een kop erop een druppel met een vooi. Een dialectwoordenboek uit 1873 geeft bij vooi, dat staat voor 'alles wat op de rand van een hoed lijkt', als voorbeeldzin: 'Bazinne, geef mij eenen druppel, maar 't moet een zijn met eene vooie.'
Speenhoff gebruikte de borrelnaam in 1904 in een liedje dat hij schreef naar aanleiding van de nieuwe drankwet:
Vroeger dronk je voor een duppie Of een stuiver van dat vocht. Tegenwoordig wordt je druppie Enkel maar per kruik verkocht. In zoo'n kruik gaan dertig proppies; Sla die maar eens door je keel. Door die kruiken met die doppies, Drink je dertig maal zoveel. Bij twee dialectonderzoeken in 1980 gaven veel informanten op dat ze de borrel naam kenden van een liedje met daarin de zin 'Geef me nog 'n druppie, o wat is het leven schoon.' Dit was indertijd een hit op bruiloften en partijen.

De druppel komt in verschillende uitdrukkingen voor. Zo zei men omstreeks 1865 in Vlaanderen een druppelken aan of op heb- ben voor 'dronken zijn'. Een spreekwoord verzameling uit 1874 vermeldt wie druppels koopt, moet geen spaarpot kopen en het laatste dropje heeft het hem gedaan. In Den Haag zegt men als een droppie voor 'dronken'.
Iemand die wel een slokje lust, kan in het Engels van oudsher worden omschreven als fond of a drop. In het Frans betekende goutte 'druppel' oorspronkelijk een hoeveelheid sterke drank van i deciliter, later een borrel zonder meer. De Duitsers noemen sterke drank wel scharfe Tröpfchen 'scherpe druppeltjes', en het nuttigen van borrels vergelijken zij soms met het innemen van medicinale druppels: seine Tropfen (ein)nehmen. Vergelijk beetje, goutte, over-het-If-kijkertje, traantje.