Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 07-02-2017

Doorzakker

betekenis & definitie

Doorzakker is in de jaren vijftig gehoord in Den Haag en Zeeland. Het ligt voor de hand deze borrel naam te verklaren uit doorzakken in de betekenis 'te lang achter elkaar te veel alcohol gebruiken'. Deze betekenis is echter nog vrij jong. Van Dale vermeldt haar pas sinds 1976. Volgens zegslieden moet de herkomst van deze borrel naam dan ook heel ergens anders worden gezocht. Zij zijn het onderling overigens niet eens.

Volgens een informant uit Den Haag ontstond de naam uit een curieus kroegspelletje. Twee mannen gingen in de kroeg op hun handen staan. Hun stropdas - want die werd in de jaren vijftig nog overal gedragen - 'stond' dan tussen hun armen. Wie deze positie het langst volhield, kreeg een borrel die dasstaander werd genoemd. De verliezer, die eerder door zijn armen was gezakt, kreeg een doorzakker en moest beide drankjes betalen. Een informant uit Zeeland - waar het woord is opgetekend in de vorm deurzakkers - brengt de borrel naam simpelweg in verband met het doorzakken van de benen na te veel drank.