Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 20-02-2019

domaingrabbing

betekenis & definitie

Om een domeinnaam — een adres op internet — te krijgen moet een aanvraag worden ingediend bij een officiële instantie. In de Verenigde Staten is dat InterNIC, in Nederland moet je bij de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) zijn. Beide instanties werken grofweg volgens het principe: wie het eerst komt, het eerst maalt.

Dit is een rijke voedingsbodem gebleken voor een nieuwe sport, die in de Engels doorgaans domaingrabbing wordt genoemd, het pikken van andermans domeinnaam met de bedoeling er geld voor te vragen. Men spreekt soms ook van cybersquatting, een woord uit 1997. Domeinnaam dateert uit 1995. Het ligt voor de hand om domaingrabbing te vertalen met domeinkapen of domeinkaping (en de snelle jongens die zich hiermee bezighouden domeinkapers te noemen), maar alleen domeinkaping is een keer aangetroffen, op 26 april 1999 in NRC Handelsblad. In andere berichten was steeds sprake van domaingrabbing, een woord dat op 25 september 1999 debuteerde in de Volkskrant, in een artikel waarin onder meer werd uiteengezet hoe de SIDN werkt:

Die onafhankelijke organisatie wijst alle Internetadressen toe die eindigen op punt-nl. De stichting accepteert vrijwel iedere naam, voor een paar tientjes per aanvraag en daarna vijf gulden per kwartaal. Daarbij wordt gecontroleerd of de naam al in het bestand voorkomt, maar niemand onderzoekt of andermans merknaam in het geding is. Wel schuift SIDN iedere aanvrager een zogeheten vrijwaringsverklaring onder de neus, waarin de klant verklaart geen inbreuk te maken op andermans merkrecht. Dat is geen garantie tegen domaingrabbing: het registreren van een naam terwijl de aanvrager dondersgoed weet dat die van een ander is.

Dat dit inderdaad geen garantie is, bleek toen Beursplein 5, een dochterbedrijf van de Amsterdamse beurs, een website wilde lanceren met als adres beursplein5.nl. Dat adres bleek in handen te zijn van een klein bedrijfje dat er zes miljoen gulden voor vroeg. De kwestie kwam voor de rechter die de Amsterdamse beurs in het ongelijk stelde. Naar aanleiding van die uitspraak schreef het ANP, op 4 november: ‘Het afgelopen jaar is de strijd om de merknamen op internet goed losgebarsten. Slimme ondernemers proberen bekende namen vast te leggen en die later voor veel geld te verkopen aan de ondernemingen die claimen de oudste rechten te hebben. Het “domaingrabbing” heeft een hoge vlucht genomen.’

Kort daarop schreef Bas Kist, specialist in het merkenrecht, in NRC Handelsblad:

Vooral de succesverhalen uit Amerika over de astronomische bedragen die voor domeinnamen worden neergeteld — zo is de domeinnaam altavista.com ooit voor 7 miljoen gulden verkocht — lijken de ‘domaingrabbers’ te inspireren. De uitspraak in de zaak beursplein5.nl wekt nu, onder andere door de summiere berichtgeving in de media, de indruk dat domeindieven ook juridisch sterk staan. Deze conclusie kan echter niet uit het beursplein5-vonnis getrokken worden. Ook na deze uitspraak behouden de eigenaren van handelsnamen en merken een sterke positie ten opzichte van domeindieven. Uit het vonnis blijkt immers dat de AEX de zaak verloren heeft, omdat volgens de rechter een gebrek kleeft aan de merknaam Beursplein 5, en niet omdat de rechter ‘domaingrabbing’ wil honoreren.

In Nederland waren eind 1999 ruim honderdduizend domeinnamen geregistreerd. Het zal aan het aantal rechtszaken liggen of de woorden domeinkapen, domeinkaping, domeinkapers en domeindief ooit ingeburgerd zullen raken.

Vergelijk magneetwoord, naambellen en page jacking.