Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 11-02-2019

dokken

betekenis & definitie

betalen

In 1501 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. In 1731 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, achter in het boek Cartouche, of de Gestrafte Booswicht, in de betekenis ‘geeven’. Ook aangetroffen als dokkelen en dokkeren. ‘Naar het schijnt heeft het woord steeds een gemeenzamen en eenigszins comischen klank gehad. Thans beteekent het bepaaldelijk: met tegenzin betalen’, aldus het Woordenboek der Nederlandsche Taal in 1912. Er zijn verschillende pogingen gedaan om de herkomst te achterhalen, maar het Etymologisch woordenboek van het Nederlands concludeerde in 2003: ‘Bargoens woord met zeer onduidelijke herkomst.’

Vergelijk afdokken.

• Nou, dat is vlot gegaan... De idioten hebben gauw gedokt. ¶ Alfred Mazure, ‘De lasso’ (1941), in: Dick Bos. Alle avonturen dl 2 (2005), p. 44
• Maar ja, een club zonder geld is geen club. Dus most er gedokt worden voor de kas. ¶ Tibbe Bosch, Bet van Beeren, Koningin van de Zeedijk (1977), p. 35