Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 19-02-2018

Brugman, praten als

betekenis & definitie

veel en met overtuigingskracht praten

Johannes Brugman [1399-1473] moet hebben gesproken met het vuur van een bekeerde. 'Hij bezat uitnemende gaven van verstand en hart, een sterk geheugen, rijke verbeeldingskracht en een gemoed evenzeer vatbaar voor het zinnelijke als voor het geestelijke', schrijft het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (NNBW) over hem.

Brugmans vatbaarheid voor het zinnelijke kwam het eerst tot uiting op de kloosterschool. Omringd door mannen die een lichtzinnig leven leidden, verviel ook hij tot allerlei afdwalingen, voornamelijk vechtpartijen en 'ontucht'.

Nu was Brugman natuurlijk nooit beroemd geworden als hij niet tot inkeer was gekomen. Hij sloot zich aan bij de zogeheten minderbroeders-observanten en werd een devoot mens. Vanaf 1450 reisde hij ongeveer twintig jaar lang door heel Nederland, om de strengere naleving te verbreiden van de regel van Franciscus van Assisi.

'Zijne ernstige en krachtige redenen waren gerigt tegen de hoofdzonden van die dagen', schreef Van der Aa in 1855. 'Tegen het dobbelspel, de ontwijding der heilige dagen door dronkenschap, twisten en gevechten, en tegen de wraakgierigheid der Staatkundige partijen. [...] Zijne predicatiën, hoewel somtijds plat en vol van zinnelijke voorstellingen, getuigen van eene vurige verbeelding, van hooge kracht, van echt practischen zin en van ware menschenkennis, en hebben hare vrucht niet gemist.'

Brugmans spreekwoordelijke bekendheid dateert van zijn optreden in 1462 te Amsterdam. Ondanks tegenstand van geestelijken en overheid slaagde Brugman erin hier een nieuw klooster te stichten. '[Hij] predikte ook aldaar met zulk eenen toeloop, dat het volk aan zijne lippen hing, waarvan het spreekwoord ontstaan is: 'al kont gij praten als Brugman'', aldus Van der Aa. Brugmans vriend Dionysius de Karthuizer had volgens het NNBW liever gezien dat hij zijn preken had 'toebereid met het zout der gematigdheid'.

Volgens Stoett (1981) komt de uitdrukking al aan het einde van de 15de eeuw voor. In plaats van praten zegt men ook wel kallen of lallen en volgens onder anderen De Beer en Laurillard (1899) laat men op al kun je kallen als Brugman volgen, 'dan helpt dat toch niet'. Het WNT gaat ervan uit dat de vormen praten als een bruggeman of als een broekman verbasteringen zijn van deze bekende zegswijze.

Behalve als prediker maakte Brugman naam als dichter en schrijver van liedjes. Na zijn dood werd hij een tijd vereerd. Volgens Van der Aa werd zijn schedel onder het hoogaltaar van de kerk in Nijmegen geplaatst.