Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 07-02-2017

Brom

betekenis & definitie

Brom is in de betekenis 'borrel' in 1682 voor het eerst opgetekend. Vooral in Zuid-Nederland was brom in de 17de eeuw een gangbaar woord voor 'braspartij, feestmaal, drinkgelag'. Het is afgeleid van brommen in de betekenis 'tieren, joelen, brassen'. Brom werd ook gebruikt voor 'smulkot, lekkernij'. Dit kon zowel op voedsel als op drank slaan. Van iemand die dronken was, zei men hij heeft een brom in, een brom aan of een brom op. In het West-Fries wordt deze uitdrukking nog steeds gehoord.

Omstreeks 1960 stond brom, samen met 23 andere borrel namen, op een servet dat op de tafels lag van het passagiersschip De Grote Beer, een schip dat Nederlandse emigranten naar Australië bracht. Aan de bovenzijde van dit servet stond: 'Er zijn vele namen voor de echte borrel.' Aan de onderzijde: 'Wees gezellig - neem een echte borrel.' De rest van het servet werd in beslag genomen door cartoonachtige tekeningetjes. Bij brom staat een beer die een fles jenever achterover slaat.