Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 11-02-2019

broger

betekenis & definitie

man, vent, kerel

In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke, in de vormen broocher en broger. Köster Henke geeft als voorbeeldzin: ‘Een sikkere broger’ (‘een dronken man’). Broger is via het Jiddisch ontleend aan het Hebreeuwse bachoer (‘ongehuwde jongeman’). Ook aangetroffen als brogem, brochum, brogum, enzovoort.

• Karel had in razernij op #knar en tronie van den broger losgeslagen, zoo maar in een schuimachtig mondvocht, om vooral niet te beseffen wat hij deed. ¶ Is. Querido, Mooie Karel (1925), p. 449. De schrijver verklaart de betekenis in een voetnoot.
• Doch de baas kwam bij mij zitten en smoesde: ‘Ik vertrouw die brogum niet. Kijk eens naar zijn tronie.’ Ook mij beviel die brogum niet. ¶ H. van Aalst, Onder martieners en bietsers (1946), p. 80. De schrijver verklaart de betekenis in een voetnoot.
• Tjonge, komt een lange broger over de balken aandraven. Hóp-hóp-hóp, die heeft een paar stelten! ¶ G.P. Smis, Het nieuwe spionnetje (1955), p. 43. De schrijver verklaart de betekenis in een woordenlijst.