Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 11-02-2019

bonje

betekenis & definitie

ruzie, herrie

In 1752 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, getiteld ‘Tenzaeme gevoegt opstel van de zoogenoemde Bourgondische Dieventaal als meede van de Joodse dieven en Landloopers Tael’. Het komt hierin voor in de verbinding bonje schieten, met als omschrijving ‘verstooren, namelijk wanneer de dieven verstoord worden of de zakkenrolders onder het gemeene volk in de maaling komen of slagen krijgen’. Vervolgens werd bonje geschoten gebruikt voor ‘in een rel betrokken’. Daaruit volgde bonje hebben of bonje krijgen voor ‘ruzie hebben’ of ‘krijgen’.

De herkomst van het woord bonje, dat ook wordt aangetroffen als bonjer en bonjee, is niet bekend. In de betekenis ‘ruzie’ is het in 1906 voor het eerst vastgelegd in De Boeventaal van Köster Henke. Die geeft onder meer als voorbeeldzinnen: ‘Je moet nodig bonjer tegen me maken’ en ‘Ik heb nooit bonjer met hem gehad’. Overigens had dit woord volgens Köster Henke indertijd nog twee andere betekenissen, namelijk ‘gesnapt’ (‘Hij is bonjer’) en ‘schuld’ (‘Hij legde me alle bonjer in de schoenen’). Om het nog ingewikkelder te maken: aan het begin van de 20ste eeuw komt bonjer in bronnen waarin veel platte volkstaal wordt gebruikt, tevens voor in de betekenis ‘valse beschuldiging’.

• De fiets bracht mij, nat, maar welgemoed aan het Wezeperpoortstation, waar ik aan het loket de kennis mocht maken van mijn kunstbroeder, de ‘heer’ Maupie Staal, die zich aan mij voor kwam stellen en mij twee minuten daarna reeds had verteld, dat hij ‘bonje’ had met zijn vrouw. ¶ Anke Hamel, Mijn liefste lief. Brieven van Jean-Louis Pisuisse aan Fie Carelsen (1989), p. 192. De brief dateert uit 1916.
• ‘Fan Putte sel een enkelt #spatje hebbe gedronken en daor hat je ’t. Hai vroeg an diesèlde Golfers of er werk was, maor de kaopetaolist sei fansèlf: nei. Daor hat je de bonje.’ ¶ Nono, Amsterdammers (1929), p. 42. De schrijver verklaart de betekenis in een woordenlijst.
• En waar moet zij de centen vandaan halen, nu ze met de Potkachel bonjee heeft gehad en ze een #vrijzetter heeft gekregen. ¶ G.P. Smis, Het nieuwe spionnetje (1955), p. 98. De schrijver verklaart de betekenis in een woordenlijst.