Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 05-05-2018

Barnevelder

betekenis & definitie

(1933) bepaald hoenderras

In de vaderlandse geschiedenis geniet het Gelderse dorp Barneveld vooral bekendheid door de zelfopoffering van Jan van Schaffelaar, die in 1482 van de torentrans zou zijn gesprongen om zijn krijgsmakkers te redden. De internationale doorbraak van Barneveld volgde omstreeks 1930. Volgens diverse naslagwerken was Barneveld indertijd wereldberoemd vanwege de daar gefokte kippen, die bij ons bekendstonden als Barneveldhoenders, Barnevelder-kippen of simpelweg barnevelders.

Omstreeks 1850 begon men in Barneveld met het kruisen van boerenkippen met Aziatische rassen. Dit waren achtereenvolgens de Cochin, de Brahma en de Langshan - allemaal hoenderen die naar plaatsnamen zijn genoemd (zie hieronder). Vooral de Langshan, die omstreeks 1871 uit China was geïmporteerd, had veel invloed op de barnevelder. Het resultaat was een zwartbruine kip die het hele jaar door legt, ook in de winter, en zo'n tweehonderd grote donkerbruine eieren per jaar produceert. Bruine eieren stonden indertijd in hoog aanzien, want die bleven langer vers, dacht men.

In 1906 werd de barnevelder officieel erkend. De kippen werden daarna geëxporteerd naar onder andere Duitsland, Engeland, de Verenigde Staten, Canada, Indonesië, Australië en Nieuw-Zeeland. Barneveld zelf ontwikkelde zich tot het centrum van de Europese eierhandel. Net voor de Tweede Wereldoorlog produceerde men daar al uo miljoen eieren per Jaar.

Toch was de bloeitijd van de barnevelder toen eigenlijk al voorbij. Een en ander was het gevolg van ziekten, te veel inteelt en concurrentie van Amerikaanse kippenrassen. Omstreeks 1950 werd nog een poging gedaan het ras op te peppen door her te kruisen met een Franse bruine-eierenlegger, maar de barnevelder was toen al ruim voorbijgestreefd door andere rassen. Tegenwoordig wordt de barnevelder alleen nog voor de sport gefokt. Een bronzen beeldje van de kip in het winkelcentrum van Barneveld herinnert aan betere tijden.

Engels Barnevelder (1936), Dutch All Browns.

Vergelijk leghorn

Er zijn veel meer hoenderrassen genoemd naar plaatsnamen, waaronder de ancona, een zwartbonte kip, zo genoemd naar de Italiaanse havenplaats Ancona. Van hieruit werd het dier omstreeks 1850 naar Engeland verscheept. Ancona's waren beroemd om hun grote eieren.

De bantam of bantammer heet zo naar Bantam op West-Java, van waaruit deze kip naar Europa werd uitgevoerd. Zie verder bij bantamgewicht.

De brahma of brahmapoetra is inheems in India in een landstreek aan de rivier de Brahmapoetra. In 1850 werd het dier vanuit de Verenigde Staten naar Engeland gebracht, waar het werd aangeboden aan koningin Victoria. De kippen lieten zich gemakkelijk vetmesten en waren goede leghennen.

Ook de Cochin of Cochinchinakip liet zich makkelijk vetmesten. Met Cochin-China werd vroeger de zuidelijkste regio van het tegenwoordige Vietnam aangeduid: de streek ten zuiden van Ho Chi Minhstad, het vroegere Saigon. Van hieruit werd dit hoenderras omstreeks 1860 naar Europa verscheept.

De Langshan is een zwarte kip die in 1871 vanuit Langshan naar de Verenigde Staten kwam. Langshan is een vlek zo'n honderd kilometer ten NNW van Shanghai, bij de plaats Nantong. Via Engeland kwamen deze kippen omstreeks 1920 in Nederland terecht.

De minorcakip werd omstreeks 1830 van het Spaanse eiland Minorca naar Engeland uitgevoerd. Anderen menen dat Franse ballingen de kip al omstreeks 1780 in Engeland introduceerden. Minorca's leggen grote witte eieren en zijn zelden broeds.

De Orpington werd in 1875 in Orpington in Kent gefokt door een zekere William Cook. De kippen zijn zwart of geelwit en staan te boek als goede braadhoenders die ook 's winters vrij veel eieren leggen. In Nederland werden ze vooral gefokt voor de sport.

De welsummer ontstond rond de eeuwwisseling in Nederland en werd gefokt in Welsum, Terwolde, Olst, Wijhe en Epe. Het dier legde grote bruine eieren, maar omdat dit er 's winters niet genoeg waren, werd het ras nooit echt populair.

De wyandotte werd omstreeks 1935 veel in ons land gehouden. Deze kip legt veel eieren, ook in de winter, en levert goed mals vlees. De kip werd omstreeks 1877 in Amerika gefokt en genoemd naar de Wyandotte-Indianen uit Ontario. Niet lang na de introductie van dit ras zouden deze Indianen zijn uitgestorven, zo verklaart de hoenderliteratuur deze vernoeming.

Het Yokohamahoen, ten slotte, is een enorme sierkip die omstreeks 1870 vanuit de Japanse havenstad Yokohama naar Europa werd verscheept. De staart van een yokohama kan wel 1,20 m lang worden.

BARNEVELDER: Kath. ency.' 3 (1933) 818; Winkler Prins' 2 (1933) 667; Kath. ency.' 3 (1949) 934; Avicuhura 11.11.1991, p. 30-32; OED (19932) (auto'); Gonny Koot, 'Barnevelder is ongeveer een eeuw oud', in: Algemeen Dagblad 26.1.1995; Mededeling dhr. Egbers, secretaris v.d. Barnevelderclub.