Het EU recht Lexicon

EUR-lex (2020)

Gepubliceerd op 04-08-2020

Verdragen

betekenis & definitie

De verdragen van de Europese Unie (EU) zijn bindende overeenkomsten tussen EU-lidstaten. In de verdragen zijn de EU-doelstellingen en de regels voor EU-instellingen vastgelegd, wordt uiteengezet hoe besluiten worden genomen en wordt de relatie tussen de EU en haar lidstaten geregeld.

De ruim vijftigjarige geschiedenis van de Europese verdragen begint bij de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS).

De belangrijkste verdragen zijn:

• het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), in 1951 in Parijs ondertekend. Dit verdrag is op 23 juli 2002 vervallen;
• het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG), in 1957 in Rome ondertekend; en
• het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom), in 1957 in Rome ondertekend.

Deze verdragen zijn gewijzigd door:

• het Fusieverdrag, in 1965 in Brussel ondertekend;
• de Europese Akte (EA), in 1986 in Luxemburg ondertekend;
• het Verdrag betreffende de Europese Unie (EU-Verdrag of VEU), in 1992 in Maastricht ondertekend, toen het EEG-Verdrag het EG-Verdrag werd;
• het Verdrag van Amsterdam, in 1997 ondertekend;
• het Verdrag van Nice, in 2001 ondertekend.

Gezien de problemen die zich in sommige EU-landen voordeden bij de ratificatie van een Europees grondwettelijk verdrag, ondertekend in 2004, kwamen de Europese leiders in 2007 overeen een intergouvernementele conferentie bijeen te roepen die tot taak had om in plaats van een grondwet een „hervormingsverdrag” voor de EU uit te werken en goed te keuren.

Het Verdrag van Lissabon, ondertekend op 17 december 2007, is door alle EU-landen geratificeerd en op 1 december 2009 in werking getreden. Met dit verdrag werden wijzigingen in de bestaande verdragen doorgevoerd en werd het EG-Verdrag het Verdrag betreffende de werking van de EU (VWEU).

De oprichtingsverdragen werden ook gewijzigd op het tijdstip van toetreding van nieuwe landen in 1973 (Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk (1)), in 1981 (Griekenland), in 1986 (Portugal en Spanje), in 1995 (Finland, Oostenrijk en Zweden), in 2004 (Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië), in 2007 (Bulgarije en Roemenië) en in 2013 (Kroatië).

Zie ook

• Herziening van de verdragen
• Verdrag van Lissabon