Het EU recht Lexicon

EUR-lex (2020)

Gepubliceerd op 04-08-2020

Kleine en middelgrote ondernemingen

betekenis & definitie

Er zijn ruim twintig miljoen kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s/mkb’s) in de EU en zij nemen 99 % van de ondernemingen en twee van de drie banen in de particuliere sector voor hun rekening. Zij vormen de belangrijkste motor voor de economie.

Volgens EU-aanbeveling 2003/361 bepalen twee factoren of een onderneming een kmo/mkb is:

Een middelgrote onderneming heeft tot 250 werknemers, een omzet van ten hoogste 50 miljoen EUR of een balanstotaal van ten hoogste 43 miljoen EUR.

Een kleine onderneming heeft tot 50 werknemers en een omzet of een balanstotaal van ten hoogste 10 miljoen EUR.

Een micro-onderneming heeft tot tien werknemers en een omzet of een balanstotaal van ten hoogste 2 miljoen euro.

In 2013 heeft de EU het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (COSME) (2014-2020) aangenomen. De doelstellingen hiervan zijn om:

• kmo’s/mkb’s te helpen toegang te krijgen tot financiering en markten,
• ondernemers te steunen (opleiding),
• gunstigere voorwaarden te creëren voor het opzetten van bedrijven en groei.

Hoewel de EU aandringt op het gebruik van haar definitie van kmo’s/mkb’s als een referentie, is dit slechts voor bepaalde zaken bindend, zoals voor staatssteun, de tenuitvoerlegging van structuurfondsen of EU-programma's.

Zie ook

• het aantal werknemers en
• ofwel de omzet ofwel het balanstotaal.
• Concurrentievermogen
• Ondernemingsbeleid
• Website van het Cosme-programma
• Website van de Europese Commissie over ondernemerschap en kleine en middelgrote ondernemingen