Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

veile deerne

betekenis & definitie

Negentiende-eeuwse benaming voor een prostituee. Veil betekent hier: te koop. Het woord is terug te voeren tot het Griekse ‘pöleö’ (ik verkoop). Simon Vestdijk had het ooit over de ‘veile liefde’ van een prostituee.

Prostitutie bleef een steen des aanstoots. De criticus Jocris, pseudoniem van Jan Krekel, toonde zich in zijn rubriek ‘Aanstippingen’ in het dagblad de Noordbrabander, herhaaldelijk verbolgen over de ‘liederlijkheden van straatmeiden’ en in september 1890 tekende hij op dat: ‘de Stationsweg avond op avond bezaaid was met veile deernen, die den weg naar It spoor naar Deuteren enzovoort ontoegankelijk maakten voor fatsoenlijke liên; iemand, die dames naar of van het station wilde begeleiden, was nolens volens genoodzaakt gebruik te maken van een omnibus, dewijl op en langs de weg de liederlijkheid zich in al haar walgelijkheid openbaarde.’

M.M.R.N. Schmitz: Het Bossche beleid ten aanzien van prostitutie en venerische ziekten. Verschenen in: H. de Kok (red.), Vrouwenhandel en Prostitutie in de oude Kempen, Turnhout, 1997