Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

souteneur

betekenis & definitie

Pooier. Volgens een in het WNT aangehaalde bron gebruiken publieke* vrouwen uitsluitend de term pooier. Souteneur wordt beschouwd als stadhuistaal. Dit Franse woord betekent immers letterlijk verdediger, steunverlener, daar waar de volkse en oorspronkelijk platte benaming ‘pooier’ (afgeleid van het werkwoord pooien: eten) staat voor: hij die leeft (eet) van het zedeloos bedrijf van een vrouw. Bargoense synoniemen zijn: dikvreter, kochel, kutpooier, behojebikker, mietnasser, uitsmijter. De moderne pooier noemt zichzelf een exploitant* van onroerend goed, een relax-exploitant* of een verhuurder* van ramen.

Je begrijpt niet... wat die souteneurs soms over zich hebben, waar ze zoo dol op worden, die meisjes.

M.J. Brusse: Het rosse leven en sterven van de Zandstraat. 1912

Ik werkte uit principe nooit met meisjes die thuis een souteneur op de loer hadden liggen.

Xaviera Hollander: De Happy Hooker. 1982