Zeventiende-eeuwse uitdrukking, niet alleen gebruikt in de zin van ‘naar de bliksem’; ‘voorgoed weg’ maar ook voor ‘dood zijn’; ‘doodgaan’. Deze uitdrukking wordt vermeld door o.a. Tuinman en Stoett (als variant op ‘om zeep* gaan’). Thans verouderd.
Als ’t mijn tijd is, meneer, en ik moet om raapzaad varen, dan mogen ze me laten liggen waar ik lig (een doodgraver spreekt).
Eigen Haard. 1901, geciteerd in WNT