Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

prothese

betekenis & definitie

Aan de medische wetenschap ontleenden we dit woord voor een kunstlid dat een bepaald lichaamsdeel, zoals een arm, borst of tand moet vervangen. Zo wordt een kunstgebit in technisch jargon een tandprothese genoemd. Het WNT citeert de Wet van 28 april 1913 uit het ‘Staatsblad’: ‘De tandarts is bevoegd:... tot de toepassing van de tandprothese.’ Tegenwoordig heeft de medische wereld het ook over ‘tandheelkundige implantaten’. Prothese werd via het Frans ontleend aan het Grieks, waar het zoveel betekent als ‘het tegen iets aanzetten’.

Een vreemd woord schept een zekere afstand. Kunstgebit of kunsttanden geven een schaamtegevoel. Door in gezelschap te spreken over een ‘prothese’ in plaats van een kunstbeen hoopt men wellicht starende blikken te kunnen vermijden.

Op eerstgenoemde faculteit worden onder meer de treinvertragingen van de NS ‘wiskundig’ onder de loep genomen en licht men een onderzoek toe naar de automatische herkenning van emoties. Op de andere faculteit aandacht voor ‘de mechanische aap’, het functioneren van prothesen en orthesen plus een demonstratie van een robot.

Delta, 12-09-96

Met een prothese reist hij af naar de Balkan, om daar, omgeven door neonazi’s, van dichtbij allerlei gruwelen mee te maken.

De Groene Amsterdammer, 19-01-2000

‘Let wel,’ zegt Vanneste, ‘wij hebben het niet over wachtlijsten, maar over acute opnames die niet gerealiseerd kunnen worden. Dat is nog dramatischer, want het gaat daarbij niet om iemand met een versleten heup die moet wachten op een prothese.’

Trouw, 18-02-2000